Читать онлайн книгу "Moord in het landhuis"

Moord in het landhuis
Fiona Grace


MOORD IN HET LANDHUIS (EEN LACEY DOYLE COZY MYSTERY – BOEK 1) is het eerste boek in een aantrekkelijke, nieuwe cozy mystery-serie van Fiona Grace. Lacey Doyle, negenendertig jaar en pas gescheiden, is toe aan een ingrijpende verandering. Ze gaat haar baan opzeggen, haar vreselijke baas en New York City verlaten en het snelle leven de rug toekeren. Om haar belofte aan zichzelf uit haar jeugd waar te maken, besluit ze om alles achter zich te laten en een geliefde vakantie uit haar kindertijd in de schilderachtige Engelse kustplaats Wilfordshire opnieuw te beleven.Wilfordshire is nog precies zoals Lacey het zich herinnert, met zijn tijdloze architectuur, keienstraatjes en met de natuur op een steenworp afstand. Lacey wil niet terug naar huis en ze besluit spontaan om te blijven en haar droom uit haar kindertijd een kans te geven: ze gaat haar eigen antiekwinkel openen.Lacey voelt eindelijk dat haar leven een stap in de goede richting gaat, totdat een van haar belangrijkste klanten dood gevonden wordt.Als de nieuwkomer in de stad zijn alle ogen op Lacey gericht en is het aan haar om zelf haar naam te zuiveren.Een eigen bedrijf runnen, met een buurvrouw als grote vijand, een flirterige banketbakker aan de overkant en een misdaad die moet worden opgelost: is dit nieuwe leven alles wat Lacey dacht dat het zou zijn?Boek 2 in de serie – DOOD EN EEN HOND – kan nu al vooruit besteld worden!







MOORD IN HET LANDHUIS



(EEN LACEY DOYLE COZY MYSTERY – BOEK 1)



FIONA GRACE


Fiona Grace



Debutant Fiona Grace is de auteur van de LACEY DOYLE COZY MYSTERY-serie, die bestaat uit MOORD IN HET LANDHUIS (boek 1), DOOD EN EEN HOND (boek 2) en MISDAAD IN HET CAFÉ (boek 3). Fiona hoort graag van je, dus bezoek www.fionagraceauthor.com (http://www.fionagraceauthor.com/) om gratis e-boeken te ontvangen, het laatste nieuws te horen en contact te houden.






(https://www.bookbub.com/authors/fiona-grace)



Copyright В© 2019 door Fiona Grace. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de US Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie gereproduceerd, gedistribueerd of verzonden worden in welke vorm of op welke manier dan ook, of opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder voorafgaande toestemming van de auteur. Dit e-boek is alleen voor persoonlijk gebruik gelicenseerd. Dit e-boek mag niet doorverkocht worden of worden weggegeven aan andere mensen. Als u dit boek met een andere persoon wilt delen, koop dan voor elke ontvanger een extra exemplaar. Als u dit boek leest en het niet hebt gekocht of het niet alleen voor uw gebruik is gekocht, stuur het dan terug en koop uw eigen exemplaar. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur. Dit is een fictief werk. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn ofwel het product van de verbeelding van de auteur of worden fictief gebruikt. Elke gelijkenis met werkelijke personen, levend of overleden, is geheel en al toevallig. Omslagbeeld: copyright Helen Hotson, gebruikt onder licentie van Shutterstock.com.


BOEKEN DOOR FIONA GRACE



LACEY DOYLE COZY MYSTERY

MOORD IN HET LANDHUIS (boek 1)

DOOD EN EEN HOND (boek 2)

MISDAAD IN HET CAFÉ (boek 3)


INHOUD



HOOFDSTUK EEN (#u8966fb42-3edc-5c3c-9053-00a37f40d332)

HOOFDSTUK TWEE (#u8c8e5ddd-18fc-5e86-b656-7f30779bf931)

HOOFDSTUK DRIE (#u9b44a6f5-ffeb-5a71-b5b6-ab54a60241d0)

HOOFDSTUK VIER (#uc9d074fe-6b15-5e73-ac0c-e1328089db8a)

HOOFDSTUK VIJF (#uf27b338d-bb15-5e89-95be-83fcc8abd6ce)

HOOFDSTUK ZES (#ua0d9912a-0b2b-519e-9c4a-5a4cfad4875a)

HOOFDSTUK ZEVEN (#uab53d7f3-82b7-5d79-9b11-cc21ae7b6d77)

HOOFDSTUK ACHT (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK NEGEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ELF (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TWAALF (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK DERTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VEERTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIJFTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZESTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZEVENTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ACHTTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK NEGENTIEN (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK EENENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK TWEEГ‹NTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK DRIEГ‹NTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIERENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZESENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG (#litres_trial_promo)

HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG (#litres_trial_promo)

EPILOOG (#litres_trial_promo)




HOOFDSTUK EEN


Geen schuld.

Dat is wat de scheidingspapieren verklaarden, in zwarte inkt en vetgedrukte tekst, een schril contrast tegen het wit van het papier.

Geen schuld.

Lacey zuchtte terwijl ze naar de documenten keek. De onschuldig ogende envelop was net bij de voordeur afgeleverd door een tiener met een gezicht vol puisten en een onverschillige houding, alsof het niets meer was dan een doos pizza. En hoewel Lacey meteen wist waarom ze een brief via een koerier ontving, had ze op dat moment niets gevoeld. Het was pas bij haar binnengekomen nadat ze op de bank in de woonkamer neer was geploft en de documenten uit de envelop had laten glijden. De cappuccino die ze bij het geluid van de deurbel op de salontafel had laten staan, stond nog steeds met kleine wolkjes te dampen.

Echtscheidingspapieren.

Scheiding.

Als reactie had ze geschreeuwd en de papieren op de grond gegooid, als iemand met een spinnenfobie die net een levende tarantula met de post had ontvangen.

En daar lagen ze nu nog, verspreid over het modieuze en extreem dure tapijt dat ze van haar baas Saskia van het interieurontwerpbureau waar ze werkte had gekregen. De woorden David Bishop versus Lacey Bishop staarden haar aan. Uit de onzinnige massa letters begonnen zich woorden voor haar ogen te vormen: ontbinding van het huwelijk, onverenigbare verschillen, geen schuld...

Ze pakte de papieren aarzelend op.

Dit was natuurlijk geen verrassing. David had namelijk hun veertienjarig huwelijk beëindigd met de uitroep: �Je hoort nog van mijn advocaat!’ Maar dat had Lacey toch niet kunnen voorbereiden op de emotionele gevolgen nu ze de documenten echt in bezit had. Het gevoel van hun gewicht, hun zwaarte en de aanblik van die vreselijke, brute, zwarte tekst die �geen schuld’ verklaarde.

Zo ging dat in New York. Echtscheidingen zonder schuld zijn minder rommelig, toch? Maar �geen schuld’ leek een beetje overdreven, vond Lacey. De fout lag volgens David sowieso helemaal bij haar. Negenendertig jaar en nog geen baby. Zelfs niet de minste nestdrang. Geen hormonale schommelingen bij het zien van de pasgeborenen van hun vrienden – wat er veel waren geweest, waardoor ze in een eindeloze stroom van leuke, zachte kleintjes had gezeten die totaal niets in haar hadden opgewekt.

�Je bent een tikkende klok,’ had David op een avond bij een glas Merlot verklaard.

Wat hij eigenlijk bedoelde was natuurlijk: �Ons huwelijk is een tikkende tijdbom.’

Lacey zuchtte diep. Had ze dit maar geweten toen ze op haar vijfentwintigste met hem trouwde, in een zalige wervelwind van witte confetti en champagnebubbels: dat het feit dat ze haar carriГЁre prioriteit gaf boven het moederschap als een boemerang bij haar terug zou komen.

Geen schuld. Ha!

Ze ging op zoek naar een pen, haar ledematen plotseling loodzwaar, en ze vond er een in de pot met sleutels. Alles waren nu tenminste ordelijk. Geen David meer die liep te zoeken naar zoekgeraakte schoenen, sleutels, portefeuilles of zonnebrillen. Tegenwoordig lag alles waar zij het had achtergelaten. Maar op dit moment voelde dat niet als een troost.

Ze ging terug naar de bank, met de pen in haar hand, en hield hem boven de stippellijn waar ze moest ondertekenen. Maar in plaats van met de pen het papier aan te raken, wachtte Lacey even. De pen zweefde nauwelijks een millimeter boven het lijntje, alsof er een soort onzichtbare barrière tussen de balpen en het papier zat. De woorden �echtelijke alimentatie clausule’ hadden haar aandacht getrokken.

Fronsend ging Lacey naar de juiste pagina en ze bekeek de clausule. Als de hoogste verdiener van hen twee, en de enige eigenaar van het appartement in Upper Eastside waarin ze momenteel zat, zou Lacey David een �vast bedrag’ moeten betalen voor �niet meer dan twee jaar’, zodat hij zijn nieuwe leven �op kon zetten’ op een �manier die consistent is met die waarop hij voorheen had geleefd’.

Lacey kon het niet helpen dat ze wrang begon te lachen. Hoe ironisch dat David van haar carrière profiteerde, precies datgene wat hun huwelijk überhaupt beëindigd had! Natuurlijk zou hij het niet zo zien. David zou het iets als �vergelding’ noemen. Hij was een voorvechter van balans, van eerlijkheid en evenwicht. Maar Lacey wist wat dat geld eigenlijk was. Genoegdoening. Wraak. Vergelding.

Een manier om twee keer door een boemerang geraakt te worden, dacht ze.

Ineens werd Lacey’s zicht wazig en verscheen er een vlek op haar achternaam, waardoor de inkt vervormde en het papier rimpelde. Een rebelse traan was uit haar oog gevallen. Ze veegde het schuldige oog agressief met de rug van haar hand af.

Ik moet mijn naam veranderen, dacht ze, terwijl ze naar het nu vervormde woord staarde. Weer terug naar mijn meisjesnaam.

Lacey Fay Bishop bestond niet meer. Uitgewist. Die naam was van de echtgenote van David Bishop en als ze eenmaal op de stippellijn tekende, dan zou ze die vrouw niet meer zijn. Ze was weer Lacey Fay Doyle geworden, een meisje dat ze sinds haar twintigste niet meer was geweest en een meisje dat ze zich nauwelijks herinnerde.

Maar de naam Doyle betekende nog minder voor Lacey dan de naam die ze de afgelopen veertien jaar van David had geleend. Haar vader was vertrokken toen ze zeven was, meteen na een verder heel leuke gezinsvakantie naar de idyllische badplaats Wilfordshire, in Engeland. Ze had hem sindsdien niet meer gezien. De ene dag zaten ze nog samen ijs te eten op een ruig, wild, winderig strand en de volgende dag was hij verdwenen.

En nu was ze net zo’n mislukkeling als haar ouders! Na al die tranen die ze in haar jeugd voor haar verdwenen vader had vergoten, al die boze beledigingen die ze als tiener naar haar moeders hoofd had geslingerd, was ze weggegaan en had ze alleen maar dezelfde fouten herhaald! Ze had gefaald in het huwelijk, net als zij. Het enige verschil, zo redeneerde Lacey, was dat haar falen geen nevenschade had. Haar scheiding zou geen twee radeloze, beschadigde dochters achterlaten.

Ze staarde weer naar dat verdomde lijntje. Het papier eiste ondertekend te worden. Maar toch treuzelde Lacey. Haar gedachten leken vast te zitten aan haar nieuwe naam.

Misschien laat ik mijn achternaam gewoon vallen, dacht ze wrang. Ik zou Lacey Fay kunnen heten, als een soort popster. Een gevoel van grote opwinding borrelde op in haar borst. Maar waarom zou ik het daarbij laten? Ik zou voor een paar dollar mijn naam kunnen veranderen in alles wat ik wil. Ik zou... Ze keek de kamer rond voor inspiratie, en haar blik vestigde zich op de nog onaangeroerde koffiemok op de tafel voor haar. Lacey Fay Cappuccino. Waarom niet? Prinses Lacey Fay Cappuccino!

Ze barstte in lachen uit, gooide haar glanzende donkere krullen naar achteren en schaterde naar het plafond. Maar het moment was van korte duur, het lachen stopte meteen weer zodra het was begonnen. In het verder lege appartement viel een stilte.

Lacey krabbelde snel haar handtekening op de scheidingspapieren. Het was klaar.

Ze nam een slok koffie. Die was koud geworden.



*



Zoals gebruikelijk stapte Lacey in de drukke metro, op weg naar het kantoor waar ze als assistent-interieurarchitect werkte. Hakken, handtas, geen oogcontact; Lacey was net als alle andere forensen. Alleen was ze dat natuurlijk niet. Omdat zij, van de half miljoen mensen die momenteel in de ochtendspits in de New Yorkse metro zaten, de enige was die die ochtend echtscheidingspapieren ontvangen had. Of dat was tenminste hoe ze zich voelde. Ze was het nieuwste lid van de Club van Zielige Gescheiden Vrouwen.

Lacey voelde de tranen komen. Ze schudde haar hoofd en dwong zichzelf om aan vrolijke dingen te denken. Haar gedachten gingen rechtstreeks naar Wilfordshire, naar dat vredige, wilde strand. In plotselinge, levendige beelden herinnerde Lacey zich de zee en de zoute lucht. De ijscowagen met zijn enge, harde melodie, en de warme frietjes; papa zei dat ze daar chips werden genoemd. Ze zaten in een bakje van piepschuim met een houten vorkje, en toen ze even niet oplette probeerden de zeemeeuwen ze te stelen. Ze dacht aan haar ouders, aan hun lachende gezichten tijdens die vakantie.

Was het allemaal een leugen geweest? Ze was pas zeven geweest, Naomi vier, niet oud genoeg om de nuances van de emoties van volwassenen echt op te vangen. Haar ouders waren er kennelijk goed in geweest om dingen te verbergen, omdat alles prima in orde was, totdat het van de ene op de andere dag allemaal verwoest was.

Ze hadden toen echt gelukkig geleken, dacht Lacey, maar voor de buitenwereld zagen zij en David er waarschijnlijk ook uit alsof ze alles hadden. En dat hadden ze ook. Een leuk appartement. Goedbetaalde, bevredigende banen. Een goede gezondheid. Alleen niet die verdomde baby’s die plotseling zo belangrijk voor David waren geworden. In feite was het bijna net zo plotseling als dat haar vader was vertrokken. Misschien was het een mannending. Een plotseling eureka-moment waarop je niet meer terug kon komen nadat de beslissing eenmaal was genomen, en dan werd alles wat in de weg stond tot de grond toe platgebrand, want waarom zou je iets intact laten?

Lacey stapte uit de metro en voegde zich bij de mensenmenigte die zich een weg door de straten van New York City baande. Ze had New York haar hele leven haar thuis genoemd. Maar nu leek het verstikkend. Ze was altijd dol geweest op de drukte, en vooral ook op de bedrijven. Zij wГЎs New York. Maar nu voelde ze zich overweldigd door een verlangen naar een radicale verandering. Naar een nieuw begin.

Terwijl ze de laatste paar blokken naar haar kantoor liep, pakte ze haar mobieltje uit haar tas en belde Naomi. Haar zus antwoordde bij de eerste keer overgaan.

�Alles goed, schat?’

Naomi had vol spanning op de echtscheidingspapieren gewacht, vandaar dat ze ondanks het vroege uur meteen opnam. Maar Lacey wilde het niet over de scheiding hebben.

�Herinner je je Wilfordshire nog?’

�Huh?’

Naomi klonk slaperig. Als de alleenstaande moeder van Frankie, ’s werelds meest onstuimige zevenjarige jongen, was dat te verwachten.

�Wilfordshire. De laatste vakantie die we samen met mama en papa hebben gehad.’

Daarop volgde een ogenblik stilte.

�Waarom vraag je dat?’

Net als hun moeder had Naomi met betrekking tot alle dingen die met papa te maken hadden de gelofte van stilte afgelegd. Zij was jonger geweest toen hij was vertrokken en ze verklaarde dat ze helemaal geen herinneringen aan hem had, dus waarom zou ze haar energie verspillen aan zich druk maken over zijn afwezigheid? Maar nadat ze een keer op een vrijdagavond iets te veel gedronken had, gaf ze toe dat ze hem zich levendig herinnerde, vaak over hem droomde en drie hele jaren aan wekelijkse therapiesessies had gehad, waarbij ze hem woedend de schuld had gegeven voor elk van haar mislukte relaties in haar volwassen leven. Naomi was op veertienjarige leeftijd op de carrousel van gepassioneerde, tumultueuze relaties gesprongen en was er nooit vanaf gekomen. Naomi’s liefdesleven maakte Lacey duizelig.

�Ze zijn er. De papieren.’

�O, schat. Wat naar voor je. Ben je... FRANKIE, ZET DAT NEER OF GOD STA ME BIJ!’

Lacey grimaste en haalde de telefoon van haar oor, terwijl Naomi een doodsbedreiging naar Frankie blafte als hij door zou gaan met wat het ook was wat hij niet mocht doen.

�Sorry, schat,’ zei Naomi, haar stem weer op een normaal volume. �Gaat het wel?’

�Prima, hoor.’ Lacey zweeg even. �Nee, eigenlijk niet. Ik voel me impulsief. Op een schaal van één tot tien: hoe gek zou het zijn om niet naar mijn werk te gaan maar de eerstvolgende vlucht naar Engeland te nemen?’

�Eh, wat dacht je van élf? Ze zullen je ontslaan.’

�Ik zal om persoonlijk verlof vragen.’

Lacey kon Naomi bijna met haar ogen horen rollen.

�Aan Saskia? Serieus? Denk je dat ze je persoonlijke verlof zal geven? De vrouw die je vorig jaar met kerst heeft laten werken?’

Lacey vertrok van verwarring haar mond, een gebaar dat ze volgens haar moeder van haar vader had geërfd. �Ik moet iets doen, Naomi. Ik voel me verstikt.’ Ze trok aan de kraag van haar coltrui, die plotseling als een strop aanvoelde.

�Logisch. Niemand neemt je dat kwalijk. Doe alleen niets overhaast. Ik bedoel, je hebt je carrière boven David gekozen. Zet hem dus niet nu op het spel.’

Lacey zweeg en door de verwarring fronste ze haar wenkbrauwen. Was dat hoe Naomi de situatie zag?

�Ik heb mijn carrière niet boven hem verkózen. Hij stelde me een ultimatum.’

�Zie het zoals je wilt, Lacey, alleen... FRANKIE! FRANKIE, IK ZWEER JE...

Lacey was bij haar kantoor aangekomen. Ze zuchtte. �Doeg, Naomi.’

Ze beГ«indigde het telefoongesprek en staarde naar het hoge bakstenen gebouw dat ze vijftien jaar van haar leven had gegeven. Vijftien jaar aan haar werk gegeven. Veertien jaar aan David. Het was nu toch wel tijd dat ze zichzelf iets gaf? Gewoon een kleine vakantie. Een reisje naar het verleden. Een week. Twee weken. Hooguit een maand.

Met een plotseling gevoel van vastberadenheid beende Lacey het gebouw binnen. Ze trof Saskia aan bij een computer terwijl ze bevelen naar een van de doodsbange stagiaires blafte. Voordat haar baas zelfs maar de kans kreeg om een woord tegen Lacey te zeggen, stak Lacey een hand op om haar tegen te houden.

�Ik neem wat persoonlijk verlof op,’ zei ze.

Ze had nog net de tijd om Saskia te zien fronsen voordat ze zich op haar hielen omdraaide en via dezelfde weg weer naar buiten beende.

Vijf minuten later zat Lacey aan de telefoon om een vlucht naar Engeland te boeken.




HOOFDSTUK TWEE


�Je bent officieel gek geworden, zus.’

�Schat, je handelt irrationeel.’

�Is alles goed met tante Lacey?’

De woorden van Naomi, mam en Frankie herhaalden zich in Lacey’s hoofd toen ze uit het vliegtuig op het asfalt van Heathrow Airport stapte. Misschien was ze niet goed snik geweest, om met de eerste vlucht uit JFK te vertrekken, zeven uur in een vliegtuig te zitten met niets anders dan haar tas, haar gedachten en een draagtas vol kleren en toiletartikelen die ze op het vliegveld had gekocht. Maar Saskia, New York en David de rug toekeren was een opwindend gevoel geweest. Het had haar een jong gevoel gegeven. Zorgeloos. Avontuurlijk. Dapper. In feite had het haar aan de Lacey Doyle herinnerd die ze VD was geweest, �Vóór David’.

Het nieuws aan haar familie vertellen dat ze zonder waarschuwing naar Engeland vertrok, met de telefoon op de luidspreker nota bene, was minder opwindend geweest, omdat geen van hen een filter leek te bezitten en ze alle drie dezelfde slechte gewoonte hadden om hardop te zeggen wat ze dachten.

�Stel dat je ontslagen wordt?’ had mama gejammerd.

�O, ze zal zeker ontslagen worden,’ had Naomi ingestemd.

�Heeft tante Lacey een zenuwinzinking?’ had Frankie gevraagd.

Lacey zag voor zich hoe ze alle drie rond een vergadertafel zaten en hun best deden om haar bubbel te laten barsten. Maar dat was natuurlijk niet de realiteit van de situatie. Als haar naasten was het hun taak om haar de harde waarheden voor te schotelen. Wie anders zou het doen in dit nieuwe, onbekende ND-tijdperk, �Ná David’?

Lacey stak de ontvangsthal over en liep achter de rest van de vermoeide passagiers aan. De beroemde Engelse motregen hing in de lucht. Tot zover de lente. Terwijl het vocht haar haren liet kroezen, kreeg Lacey eindelijk tijd om na te denken. Maar er was nu geen weg terug meer, niet na een vlucht van zeven uur en de honderden dollars die van haar bankrekening waren afgeschreven.

De terminal was een enorm tuinkasachtig gebouw, geheel van staal en strak blauw getint glas, bekroond met een ultramodern gebogen dak. Lacey ging de glimmende, betegelde ruimte binnen, versierd met kubistische muurschilderingen gesponsord door de vreemd klinkende British Building Society, en ging in de rij voor de paspoortcontrole staan. Toen ze aan de beurt was, was de douanebeambte in het hokje een fronsende blonde vrouw met zwarte, getekende wenkbrauwen. Lacey overhandigde haar paspoort.

�Reden van bezoek? Zaken of vakantie?’

Het accent van de douanebeambte was hard, ver van de zacht en vriendelijk sprekende Britse acteurs van haar favoriete talkshows waar Lacey zo van gecharmeerd was.

�Ik ben op vakantie.’

�Je hebt niet eens geen retourticket.’

Door de ongebruikelijke grammatica duurde het even voor Lacey’s brein om te begrijpen wat de vrouw eigenlijk zei. �Het is een vakantie voor onbepaalde tijd.’

De douanebeambte trok haar grote, zwarte wenkbrauwen op en haar frons veranderde in achterdocht. �Als je van plan bent om hier te werken, dan heb je een visum nodig.’

Lacey schudde haar hoofd. �Dat ben ik niet van plan. Het laatste wat ik hier kom doen is werken. Ik ben net gescheiden. Ik heb wat tijd en ruimte nodig om mijn hoofd leeg te maken, ijs te eten en slechte films te kijken.’

De gelaatstrekken van de douanebeambte werden onmiddellijk zachter van empathie, waardoor Lacey de duidelijke indruk kreeg dat ze ook een lid van de Club van Zielige Gescheiden Vrouwen was.

Ze gaf Lacey haar paspoort terug. �Geniet van je verblijf. En hoofd omhoog, oké?’

Lacey slikte de brok weg die zich in haar keel had gevormd, bedankte de douanebeambte en ging door naar de aankomsthal. Daar stonden verschillende groepjes mensen te wachten tot hun geliefden zouden verschijnen. Sommigen hielden ballonnen vast, anderen bloemen. Een groep heel blonde kinderen had een bordje met de tekst: �Welkom thuis mama! We hebben je gemist!’

Natuurlijk was er niemand om Lacey te begroeten, en terwijl ze door de drukke hal liep op weg naar de uitgang, dacht ze na over hoe ze nooit meer door David op een vliegveld begroet zou worden. Had ze het maar geweten toen ze van die zakenreis terugkwam – antieke vazen kopen in Milaan – dat dat de laatste keer zou zijn dat David haar op het vliegveld zou verrassen met een grijns op zijn gezicht en een grote bos kleurrijke margrieten in zijn armen. Dan zou ze er meer van genoten hebben.

Buiten hield Lacey een taxi aan. Het was zo’n typische zwarte Britse taxi, waarvan de aanblik haar onmiddellijk een steek van nostalgie bezorgde. Zij, Naomi en hun ouders hadden al die jaren geleden, tijdens die noodlottige, laatste familievakantie, ook in een zwarte taxi gereden.

�Waar wil je heen?’ vroeg de gedrongen bestuurder, terwijl Lacey op de achterbank gleed.

�Wilfordshire.’

Er ging even wat tijd voorbij. De bestuurder draaide zich nu helemaal naar haar om en keek haar aan met een diepe frons in zijn borstelige wenkbrauwen. �Weet je dat dat twee uur rijden is?’

Lacey knipperde met haar ogen, niet zeker wat hij haar probeerde te vertellen.

�Dat is prima,’ zei ze, en ze haalde haar schouders een beetje op.

Hij zag er nog verbijsterder uit. �Je bent een Amerikaanse, toch? Nou, ik weet niet hoeveel je dáár aan een taxirit uitgeeft, maar aan deze kant van de plas kost een rit van twee uur je een behoorlijk duit.’

Zijn abrupte manier van doen verraste Lacey, niet alleen omdat het niet overeenkwam met het beeld in haar hoofd van een brutale Londense taxichauffeur, maar vanwege de verborgen suggestie dat ze zich zo’n rit niet kon veroorloven. Ze vroeg zich af of het iets te maken had met het feit dat ze als vrouw alleen op reis was. Niemand had David ooit in twijfel getrokken als ze samen lange taxiritten maakten.

�Ik kan het betalen,’ verzekerde ze de taxichauffeur, en haar toon was een beetje ijzig.

De chauffeur draaide zich terug naar voren en drukte op de startknop van de teller. Het ding piepte en er flitste een groen pond-symbool op, waarvan de aanblik een nieuwe golf van nostalgie in Lacey veroorzaakte.

�Zolang als je dat maar kunt,’ zei hij, en hij reed bij de stoeprand weg.

Tot zover de Britse gastvrijheid, dacht Lacey.



*



Ze kwamen de beloofde twee uur later in Wilfordshire aan, Lacey tweehonderdvijftig pond armer. Maar de dure rit en de minder dan vriendelijke taxichauffeur verbleekten zodra Lacey uit de auto stapte en diep de frisse zeelucht inademde. Het rook net zoals ze zich herinnerde.

De manier waarop geuren en smaken zulke sterke herinneringen konden oproepen vond Lacey altijd opmerkelijk, en nu was het niet anders. De zoute lucht veroorzaakte een plotselinge golf van zorgeloos genot vanbinnen, een gevoel dat ze al sinds haar vader was vertrokken niet meer had gevoeld. Het was zo sterk dat ze zich bijna vooroverboog. De onrust die de reactie van haar familie over de spontane reis haar had gegeven smolt gewoon weg. Lacey was precies waar ze moest zijn.

Ze liep door de hoofdstraat. De motregen die op Heathrow Airport had gehangen was nergens te bekennen en het laatste restje zonsondergang zette alles in een gouden licht, waardoor het er magisch uitzag. Het was precies zoals ze het zich herinnerde: twee parallelle rijen oude stenen huizen, tot aan de geplaveide trottoirs gebouwd, met hun originele glazen erkers die uitstaken in de straten. Geen van de etalages was gemoderniseerd sinds ze hier voor het laatst was geweest. Ze hadden allemaal nog steeds hun originele houten uithangborden, en elke winkel was uniek en verkocht alles van kinderkleding tot fournituren, baksels en kleine pakjes koffie. Er was zelfs een ouderwetse snoepwinkel, gevuld met grote glazen potten met gekleurde snoepjes, waar alles voor een penny per stuk kon worden gekocht.

Het was april en de stad was voor de komende paasdagen met gekleurde vlaggetjes versierd, allemaal tussen de winkels en kriskras over de straten gespannen. En er waren nog genoeg mensen op de been, mensen die net uit hun werk kwamen, vermoedde Lacey. Ze zaten buiten bij de pubs op picknickbanken een glas bier te drinken, of buiten bij een koffiezaakje aan bistrotafels ijs te eten. Iedereen leek in een goed humeur te zijn, en hun vrolijke gebabbel zorgde voor een geruststellend achtergrondgeluid, als witte ruis.

Lacey voelde een kalmerende golf van juistheid, pakte haar mobiel en maakte een foto van de hoofdstraat. Met de zilveren strook van de zee die aan de horizon glinsterde en de prachtige, met roze doorschoten lucht leek het net een ansichtkaart, dus deelde ze de foto met de Doyle Meisjes-appgroep. Naomi had de naam bedacht, tot grote ergernis van Lacey destijds.

Het is net zoals ik me herinnerde, voegde ze er onder de prachtige afbeelding aan toe.

Even later piepte haar telefoon in reactie. Naomi had geantwoord.

Het lijkt wel alsof je per ongeluk in Diagon Alley bent beland, zus.

Lacey zuchtte. Het was een typisch sarcastische reactie van haar jongere zus en ze had het kunnen verwachten. Omdat Naomi natГєГєrlijk niet gewoon blij voor haar kon zijn of trots op de manier waarop ze de regie over haar leven weer in eigen hand had genomen.

Heb je een filter gebruikt? kwam mama’s antwoord even later.

Lacey rolde met haar ogen en legde haar telefoon weg. Ze was vastbesloten om niemand haar humeur te laten verpesten en ze haalde diep en kalmerend adem. Het verschil in luchtkwaliteit in vergelijking met de vervuilde lucht in New York City die ze eerder die ochtend had ingeademd, was echt verbazingwekkend.

Ze liep door de straat, en haar hakken tikten op de keien. Haar volgende doel was om een hotelkamer te vinden voor het nog onbekende aantal nachten dat ze hier zou blijven. Ze bleef staan bij de eerste B&B die ze tegenkwam, The Shire, maar ze zag dat het bordje in het raam op �GEEN KAMERS VRIJ’ was gedraaid. Geen nood. De hoofdstraat was lang en als Lacey het zich goed herinnerde, dan waren er nog veel meer plekken waar ze het kon proberen.

De volgende B&B, Laurel’s genaamd, was suikerspinroze geverfd en het bordje verklaarde �VOLGEBOEKT’. Andere woorden, hetzelfde gevoel. Alleen deze keer veroorzaakte het een flikkering van paniek in Lacey’s borst.

Ze duwde het weg. Het was gewoon de angst die haar familie bij haar had opgeroepen. Er was geen reden om zich zorgen te maken. Ze zou snel genoeg een plek vinden.

Ze ging verder. Tussen een juwelierszaak en een boekhandel zat het Seaside Hotel dat was volgeboekt en voorbij de campingwinkel en schoonheidssalon had Carol’s B’n’B ook geen kamers vrij. Het ging maar door en door, totdat Lacey zich aan het einde van de straat bevond.

Nu begon de paniek echt. Hoe had ze zo stom kunnen zijn om hiernaartoe te komen zonder enige voorbereiding? Haar hele carriГЁre behelsde dingen regelen, maar toch was ze er niet in geslaagd om haar eigen vakantie te organiseren! Ze had geen spullen bij zich en nu had ze ook nog eens geen kamer. Moest ze zich omdraaien en dezelfde weg terug nemen die ze was gekomen, nog een keer tweehonderdvijftig pond voor een taxi terug naar Heathrow betalen en de eerstvolgende vlucht naar huis nemen? Geen wonder dat David een alimentatieclausule had opgenomen: ze was helemaal niet te vertrouwen met haar geld!

Terwijl Lacey’s hoofd wervelde van angstige gedachten draaide ze zich om, alsof ze door hulpeloos naar de weg te kijken uit het niets een andere B&B tevoorschijn kon toveren. Pas toen besefte Lacey dat het laatste gebouw op de hoek, waar ze nu voor stond, een herberg was. The Coach House.

Lacey voelde zich dwaas, schraapte haar keel en kwam weer tot zichzelf. Ze ging naar binnen.

Het interieur was typisch dat van een pub: grote houten tafels, een schoolbord met in wit krijt het menu van die avond geschreven, een gokautomaat in de hoek met opzichtige flitsende lichtjes. Ze ging naar de bar, waar glazen planken vol stonden met flessen wijn en waar een rij kijkglaasjes hing, gevuld met een verscheidenheid aan dranken met verschillende kleuren. Het was allemaal heel apart. Er zat zelfs een oude dronkaard aan de bar te doezelen, en hij gebruikte zijn armen als kussen.

Het barmeisje was een tenger meisje met lichtblond haar, in een rommelig knotje boven op haar hoofd. Ze zag er veel te jong uit om in een pub te werken. Lacey besloot dat het kwam door de wettelijke leeftijd waarop je in Engeland alcohol mocht drinken en niet door het feit dat hoe ouder zij werd, hoe jonger de gezichten van anderen leken te worden.

�Wat mag het zijn?’ vroeg het barmeisje.

�Een kamer,’ zei Lacey. �En een glas prosecco.’

Ze had zin om iets te vieren.

Maar het barmeisje schudde haar hoofd. �We zijn voor Pasen helemaal volgeboekt.’ Ze deed tijdens het praten haar mond zo ver open dat Lacey de kauwgom kon zien waar ze op kauwde. �De hele stad is volgeboekt. Het is schoolvakantie en heel veel mensen nemen hun kinderen graag mee naar Wilfordshire. Er zal minstens veertien dagen niets beschikbaar zijn.’ Ze zweeg even. �Dus, alleen een prosecco dan?’

Lacey greep de bar om zichzelf in evenwicht te houden. Haar maag draaide zich in een knoop. Nu voelde ze zich echt de domste vrouw ter wereld. Geen wonder dat David haar had verlaten. Ze was een ongeorganiseerde puinhoop. Een zielig hoopje mens. Hier was ze dan en ze deed net alsof ze een onafhankelijke volwassene in het buitenland kon zijn, terwijl ze in werkelijkheid niet eens een hotelkamer voor zichzelf kon vinden.

Op dat moment zag Lacey vanuit haar ooghoeken een gestalte. Ze draaide zich om en zag een man naar haar toe komen. Hij was een jaar of zestig, droeg een geruit hemd dat in zijn spijkerbroek was gestopt, een zonnebril op zijn kale hoofd en een hoesje met een mobiele telefoon op zijn heup.

�Zei je dat je op zoek bent naar een plek om te overnachten?’ vroeg hij.

Lacey stond op het punt om nee te zeggen. Ze was misschien wanhopig, maar om te gaan logeren bij een man die haar in een pub benaderde en die twee keer zo oud was als zij, dat was een beetje te Naomi-achtig voor haar smaak. Toen verduidelijkte de man: �Want ik verhuur vakantiehuisjes.’

�O?’ antwoordde ze verbluft.

De man knikte en haalde een visitekaartje uit de zak van zijn spijkerbroek. Lacey bekeek het.

De gezellige, rustieke, charmante vakantiehuizen van Ivan Parry. Ideaal voor het hele gezin.

�Ik ben volgeboekt, zoals Brenda al zei,’ ging Ivan verder, en hij knikte naar het barmeisje. �Afgezien van één huisje, dat ik net via een veiling op de kop heb getikt. Het is nog niet echt klaar om verhuurd te worden, maar ik kan het je laten zien, als je echt omhoog zit? Als ik het aanbied tegen een gereduceerd tarief, omdat het nog een beetje een rommeltje is... Gewoon om je te helpen totdat er weer hotels beschikbaar zijn.’

Opluchting stroomde door Lacey heen. Het visitekaartje zag er echt uit en Ivan had geen griezelalarm in haar hoofd veroorzaakt. Haar geluk kwam terug! Ze was zo opgelucht dat ze dat kale hoofd van hem wel had kunnen kussen!

�Je bent een redder in nood,’ zei ze, en ze wist zich in te houden.

Ivan bloosde. �Wacht eerst maar tot je het hebt gezien voordat je dat oordeel velt.’

Lacey grinnikte. �Eerlijk, hoe erg kan het zijn?’



*



Lacey klonk als een vrouw die aan het bevallen was terwijl ze naast Ivan de kliffen op sjokte.

�Is het te steil?’ vroeg hij bezorgd. �Ik had moeten zeggen dat het op de kliffen was.’

�Het is geen probleem,’ piepte Lacey. �Ik... hou van... uitzicht op zee.’

Tijdens hun hele wandeling had Ivan laten zien dat hij het tegenovergestelde van een slimme zakenman was, want hij herinnerde Lacey steeds aan de beloofde korting (ondanks het feit dat ze niet eens over de prijs hadden gesproken) en vertelde haar herhaaldelijk er niet te veel van te verwachten. Nu, met haar bovenbenen die pijn deden van de wandeling, begon ze zich af te vragen of hij gelijk had om het te bagatelliseren.

Totdat het huis op de top van de heuvel verscheen. Zwart afgetekend tegen de vervagende roze lucht stond een hoog stenen huis. Lacey snakte naar adem. �Is dat het?’ vroeg ze ademloos.

�Inderdaad,’ antwoordde Ivan.

Een kracht die uit het niets kwam gaf Lacey plotseling de energie om de rest van de kliffen op te lopen. Elke stap die haar dichter bij dat betoverende huis bracht, onthulde een ander verbluffend kenmerk: de charmante stenen gevel, het leien dak, de kronkelende rozenplant die zich om de houten palen van een veranda krulde, de oude, dikke, boogdeur als iets uit een sprookje. En de glinsterende, prachtige zee als omlijsting van het hele gebeuren.

Lacey’s ogen puilden uit en haar mond viel open toen ze zich er de laatste paar passen naartoe haastte. Op een houten bord naast de deur stond: CRAG COTTAGE.

Ivan kwam naast haar staan, met een grote sleutelhanger die in zijn handen rinkelde terwijl hij de bundel doorzocht. Lacey voelde zich als een kind bij de ijscowagen, ongeduldig wachtend op de ijsmachine om zijn ding te doen, enthousiast stuiterend op haar tenen.

�Heb niet al te hoge verwachtingen,’ zei Ivan voor de zoveelste keer toen hij eindelijk de sleutel vond; een toepasselijk grote, roestige bronzen sleutel die eruitzag alsof hij het kasteel van Rapunzel zou moeten openen. Hij stak hem in het slot en de deur deed de open.

Lacey stapte gretig het huis binnen en werd getroffen door een plotseling, krachtig gevoel van thuiskomen.

De gang was op zijn zachtst gezegd rustiek, met onbehandelde houten vloerplanken en vervaagd vilten behang. Aan haar rechterkant was de trap met in het midden een rode zachte loper met gouden roeden, alsof de oorspronkelijke eigenaar dacht dat het een statig huis was in plaats van een schilderachtige cottage. Links van haar stond een houten deur open, alsof die haar wenkte om naar binnen te gaan.

�Zoals ik al zei, het is een beetje aan de armoedige kant,’ zei Ivan toen Lacey naar binnen liep.

Ze bevond zich in een woonkamer. Drie van de muren waren bedekt met vervaagd pepermunt-en-wit gestreept behang, de andere pronkte met stenen blokken. Een groot erkerraam keek uit op de zee, met een vaste bank onder het raam. Een houtkachel met een lange zwarte goot nam de hele hoek in beslag, met een zilveren emmer ernaast gevuld met houtblokken. Een grote houten boekenkast besloeg bijna een hele muur. De bijpassende bank, fauteuil en voetenbank zagen eruit als originelen uit de jaren veertig. Alles had een goede afstofbeurt nodig, maar voor Lacey maakte dat alles alleen maar des te perfecter.

Ze draaide zich om naar Ivan. Hij keek ongerust terwijl hij op haar beoordeling wachtte.

�Ik vind het prachtig!’ dweepte ze.

Ivans gezichtsuitdrukking werd er een van verrassing (met een vleugje trots, merkte Lacey op).

�O!’ riep hij uit. �Wat een opluchting!’

Lacey kon zich niet inhouden. Vol opwinding snelde ze door de woonkamer en nam alle kleine details in zich op. Op de sierlijke boekenplank met houtsnijwerk lagen een paar mystery-boeken, hun bladzijden gekreukeld van ouderdom. Een porseleinen spaarpot in de vorm van een schaap en een klok die niet meer tikte stonden op de volgende plank, en onderin stond een verzameling delicate porseleinen theepotten. Voor een antiekliefhebber was het als een droom die uitkwam.

�Mag ik de rest zien?’ vroeg Lacey, en haar hart zwol op.

�Ga je gang,’ antwoordde Ivan. �Ik ga even naar de kelder om de verwarming en het water te regelen.’

Ze liepen de kleine, donkere gang in. Ivan verdween door een deur onder de trap, terwijl Lacey doorliep naar de keuken, haar hart kloppend van nerveuze verwachting.

Toen ze de deur binnenstapte, snakte ze hardop naar adem.

De keuken zag eruit als iets uit een levend museum uit het victoriaanse tijdperk. Er was een origineel zwart Aga-fornuis, koperen potten en pannen die aan haken hingen die in het plafond waren geschroefd, en een groot vierkant hakblok in het midden. Door de ramen kon Lacey een groot gazon onderscheiden. Aan de andere kant van de elegante dubbele deuren was een terras, waar een gammele tafel met stoeltjes waren neergezet. Lacey kon zich al helemaal voorstellen dat ze daar zat, met versgebakken croissants uit de patisserie terwijl ze biologische Peruaanse koffie uit een speciaal koffiewinkeltje dronk.

Plotseling rukte een enorm bonkend geluid haar ruw uit haar mijmering. Het kwam ergens onder Lacey’s voeten vandaan. Ze had de vloerplanken voelen trillen.

�Ivan?’ riep Lacey, en ze liep de gang weer in. �Is alles goed?’

Zijn stem klonk door de open kelderdeur. �Dat zijn alleen de waterleidingen. Ik denk dat ze al jaren niet gebruikt zijn. Het kan even duren voordat ze zich aangepast hebben.’

Nog een enorme knal deed Lacey opspringen. Maar omdat ze de onschuldige oorzaak kende, kon ze dit keer niet anders dan lachen.

Ivan verscheen weer via de keldertrap. �Dat is allemaal opgelost. Ik hoop echt dat de waterleidingen niet te lang nodig hebben om zich aan te passen,’ zei hij nerveus.

Lacey schudde haar hoofd. �Het draagt alleen maar bij aan de charme.’

�Je kunt hier dus blijven zolang als nodig is,’ voegde hij eraan toe. �Ik zal mijn oren openhouden en je laten weten of een van de hotels beschikbaar komt.’

�Maak je geen zorgen,’ zei Lacey tegen hem. �Dit is precies wat ik zocht, ook al besefte ik dat niet.’

Ivan gaf haar een van zijn verlegen glimlachjes. �Dus is een tientje per nacht oké?’

Lacey’s wenkbrauwen schoten omhoog. �Tien pond? Dat is iets van twaalf dollar of zo!’

�Te veel?’ onderbrak Ivan haar, en zijn wangen gloeiden rood op. �Zou vijf beter zijn?’

�Te wéínig!’ riep Lacey uit, zich ervan bewust dat ze de prijs omhóóg onderhandelde in plaats van omlaag. Maar de belachelijk ondergewaardeerde vergoeding die hij suggereerde kwam neer op diefstal, en Lacey zou niet profiteren van deze lieve, stuntelige man die haar had gered toen ze zich even een �jonkvrouw in nood’ had gevoeld. �Het is een historische cottage met twee slaapkamers. Geschikt voor een heel gezin. Als het eenmaal afgestoft en gepoetst is, dan kun je gemakkelijk honderden dollars per nacht aan deze plek verdienen.’

Ivan leek niet te weten waar hij moest kijken. Het was duidelijk dat over geld praten hem een ongemakkelijk gevoel gaf; nog meer bewijs, dacht Lacey, dat hij niet geschikt was voor het leven van een zakenman. Ze hoopte dat geen van zijn huurders van hem profiteerde.

�Nou, laten we dan vijftien per nacht zeggen,’ stelde Ivan voor: �En ik zal iemand sturen om het afstoffen en poetsen te doen.’

�Twintig,’ antwoordde Lacey. �En ik kan zelf afstoffen en poetsen.’ Ze grijnsde en stak haar hand uit. �Geef me nu de sleutel maar. Ik accepteer geen nee als antwoord.’

Het rood op Ivans wangen verspreidde zich tot aan zijn oren en helemaal tot in zijn nek. Hij knikte instemmend en legde de bronzen sleutel in Lacey’s handpalm.

�Mijn nummer staat op het kaartje. Bel me maar als er iets kapot gaat. Wannéér, zou ik moeten zeggen.’

�Bedankt,’ zei Lacey dankbaar en met een grinniklachje.

Ivan vertrok.

Nu ze alleen was ging Lacey naar boven om verder te gaan met verkennen. De grote slaapkamer was aan de voorkant van het huis, met uitzicht op de zee en een balkon. Het was ook weer een kamer als in een museum, met een groot, donker eikenhouten hemelbed en een bijpassende kast, die groot genoeg was om naar Narnia te kunnen leiden. De tweede slaapkamer was aan de achterkant van het huis, met uitzicht op het gazon. Het toilet was van de badkamer gescheiden, in een afzonderlijke ruimte nauwelijks zo groot als een kast. Het bad was een witte badkuip met bronzen poten. Er was geen aparte douche, alleen een handdouche die aangesloten was op de kranen van het bad.

Lacey ging terug naar de hoofdslaapkamer en liet zich op het hemelbed zakken. Het was de eerste keer dat ze echt de kans had om over de duizelingwekkende dag na te denken en ze was bijna in shock. Die morgen was ze nog een vrouw geweest die veertien jaar getrouwd was. Nu was ze single. Ze was in New York City een drukke carriГЁrevrouw geweest. Nu zat ze in een cottage op een klif in Engeland. Wat opwindend! Wat spГЎnnend! Ze had in haar hele leven nog nooit zoiets stoutmoedigs gedaan, en tjonge wat voelde het goed!

De waterleidingen knalden luid en Lacey slaakte een gilletje. Maar even later barstte ze in lachen uit.

Ze ging achterover op het bed liggen en staarde omhoog naar de stoffen overkapping boven haar, luisterend naar het geluid van de golven die tegen de rotsen beukten. Het geluid bracht een plotselinge jeugdfantasie terug die ze vergeten was, over bij de zee wonen. Wat grappig dat ze die droom helemaal vergeten was. Als ze niet naar Wilfordshire was teruggekeerd, zou hij dan in haar hoofd begraven zijn gebleven, om nooit meer herinnerd te worden? Ze vroeg zich af welke andere herinneringen naar boven zouden kunnen komen terwijl ze hier was. Misschien zou ze, nadat ze morgen wakker was geworden, de stad een beetje gaan verkennen en kijken welke aanwijzingen er nog meer waren.




HOOFDSTUK DRIE


Lacey werd wakker door een vreemd geluid.

Ze ging rechtop zitten, even in de war door de onbekende kamer, die alleen door een smalle bundel daglicht werd verlicht die door een kier in de gordijnen naar binnen kwam. Het duurde een tel voordat haar hersenen omschakelden en ze zich herinnerde dat ze niet meer in haar appartement in New York City was, maar in een stenen cottage op de kliffen van Wilfordshire, in Engeland.

Het geluid was er weer. Dit keer was het niet het gebonk van de waterleidingen, maar iets heel anders, iets wat klonk alsof het van een dier afkomstig was.

Lacey keek met vermoeide ogen op haar mobiele telefoon en zag dat het vijf uur in de ochtend lokale tijd was. Met een zucht sleepte ze haar vermoeide lichaam uit bed. De effecten van de jetlag waren meteen duidelijk door de zwaarte van haar ledematen toen ze op blote voeten naar de balkondeuren liep en de gordijnen opendeed. Daar was de rand van de kliffen, en de zee die zich tot de horizon uitstrekte totdat het water een heldere, wolkeloze hemel ontmoette die net blauw begon te worden. Ze zag geen dierlijke dader op het gazon aan de voorzijde, en toen het geluid weer begon, kon Lacey het naar de achterkant van het huis volgen.

Lacey wikkelde zich in de badjas die ze op het laatste moment op het vliegveld had gekocht en liep op een drafje de krakende trap af om te kijken wat het was. Ze ging regelrecht naar de achterkant van het huis, de keuken in waar de grote glazen ramen en dubbele deuren haar een onbelemmerd uitzicht op het gazon gaven. En daar ontdekte Lacey de oorsprong van het geluid.

Er stond een hele kudde schapen in de tuin.

Lacey knipperde met haar ogen. Er stonden er minstens vijftien! Twintig. Misschien wel meer!

Ze wreef in haar ogen, maar toen ze ze weer opendeed, stonden alle pluizige beesten er nog, ze stonden op haar grasveld te grazen. Toen hief er eentje haar kop op.

Lacey keek het schaap aan en ze hadden even een staarwedstrijd, tot het schaap eindelijk haar kop achterover kantelde en een lang, luid, treurig geblaat uitte.

Lacey barste in gegiechel uit. Ze kon geen perfectere manier bedenken om haar nieuwe leven �ND’ te beginnen. Plotseling voelde het hier in Wilfordshire minder aan als een vakantie en meer als een intentieverklaring, het terugwinnen van haar oude zelf, of misschien een geheel nieuwe zelf, een zelf die ze nog niet ontmoet had. Wat het gevoel ook was, het liet bubbels in haar buik barsten alsof iemand haar met champagne had gevuld (of misschien was dat de jetlag; wat haar inwendige klok betrof, had ze haar lichaam royaal laten uitslapen). Hoe dan ook, Lacey kon niet wachten om aan haar dag te beginnen.

Lacey was vervuld met een plotseling enthousiasme voor avontuur. De vorige dag was ze met de gebruikelijke verkeersgeluiden in New York City wakker geworden; vandaag met het geluid van onophoudelijk geblaat. De vorige dag had ze schoon wasgoed en schoonmaakmiddelen geroken. Vandaag rook ze stof en zeelucht. Ze had de oude vertrouwelijkheid van haar leven vaarwel gezegd. Als een alleenstaande vrouw lag opeens de hele wereld aan haar voeten. Ze wilde verkennen! Ontdekken! Leren! Plotseling werd ze met een enthousiasme voor het leven vervuld dat ze niet meer had gevoeld sinds... nou ja, sinds haar vader was vertrokken.

Lacey schudde haar hoofd. Ze wilde niet aan verdrietige dingen denken. Ze was vastbesloten om dit nieuw ontdekte gevoel van vreugde niet te laten verdwijnen. In elk geval niet vandaag. Vandaag zou ze dat gevoel vastpakken en niet meer loslaten. Vandaag was ze vrГ­j.

Lacey probeerde haar gedachten van haar rommelende maag af te leiden en probeerde in het grote bad te douchen. Ze gebruikte het vreemde slangachtige hulpstuk dat met de kranen was verbonden om zichzelf af te spoelen, zoals je dat met een modderige hond zou doen. Het water veranderde in een oogwenk van warm naar ijskoud en de waterleidingen deden de hele tijd alleen maar klГЎng-klГЎng-klГЎng. Maar de zachtheid van het water in vergelijking met het harde water dat ze in New York City gewend was, was het equivalent van een dure vocht inbrengende balsem over haar hele lichaam en Lacey genoot ervan, zelfs toen een plotselinge uitbarsting van kou haar tanden liet klapperen.

Zodra al het vuil van het vliegveld en de stadsvervuiling van haar huid verdwenen waren – haar huid was letterlijk glanzend – droogde ze zich af en trok de kleren aan die ze op het vliegveld had gekocht. Er hing een grote spiegel op de binnendeur van de Narnia-kast, die Lacey gebruikte om haar uiterlijk te beoordelen. En het was níét mooi.

Lacey trok een grimas. Ze had de kleren bij een winkel voor strandkleding op het vliegveld gekocht en ze had gedacht dat vrijetijdskleding het meest geschikt was voor haar vakantie aan zee. Maar hoewel haar bedoeling �casual strandkleding’ was geweest, zag dit samenraapsel er meer uit alsof het van de kringloopwinkel kwam. De beige broek zat een beetje te strak, het witte mousseline shirt slobberde om haar lichaam en de dunne bootschoenen waren zelfs nog minder geschikt voor de straatkeien dan haar hakken waren geweest! Het investeren in fatsoenlijke kleding zou vandaag haar hoogste prioriteit moeten hebben.

Lacey’s maag rammelde.

Tweede prioriteit, dacht ze, en ze klopte op haar buik.

Ze liep naar beneden. Het water droop van haar natte haar langs haar rug. Ze liep de keuken in en keek uit het raam. Er stonden nog maar een paar achterblijvers van de kudde schapen in de tuin. Lacey keek in de kasten en de koelkast, en zag dat beide leeg waren. Het was nog te vroeg om het stadje in te gaan om een versgebakken ontbijt bij de patisserie in de hoofdstraat te halen. Ze zou wat tijd moeten doden.

�Wat tijd doden!’ riep Lacey hardop, en haar stem was vervuld van vreugde.

Wanneer was de laatste keer geweest dat ze tijd had gehad om te doden? Wanneer had ze zichzelf ooit de vrijheid gegeven om tijd te verspillen? David was altijd zo gedisciplineerd geweest met het beetje vrije tijd die ze hadden. Sportschool. Brunch. Familieverplichtingen. Ergens wat drinken. Elk �vrij’ moment was volgepland. Lacey had een plotselinge openbaring: alleen al het plánnen van vrije tijd ontkrachtte de vrijheid ervan! Door David toe te staan om te plannen en te dicteren wat ze met hun tijd deden, had ze zichzelf eigenlijk een dwangbuis van sociale verplichtingen aangetrokken. Het moment van helderheid trof haar in een bijna boeddhistisch moment van inzicht.

De Dalai Lama zou zo trots op me zijn, dacht Lacey, en ze klapte in haar handen van verrukking.

Op dat moment blaatten de schapen in de tuin. Lacey besloot dat ze haar nieuw verworven vrijheid zou gebruiken om amateur-speurneus te spelen en uit te zoeken waar die kudde schapen vandaan kwam.

Ze opende de dubbele deuren en liep naar het terras. Frisse ochtendnevel bevochtigde haar gezicht, terwijl ze over het tuinpad naar de twee pluizenbollen wandelde die nog steeds van haar gras stonden te eten. Toen ze haar aan hoorden komen, draafden ze onhandig weg, zonder enige elegantie, en ze verdwenen door een opening in de haag.

Lacey ging erheen en tuurde door het gat. Achter het struikgewas zag ze een andere tuin, die gevuld was met prachtige bloemen. Ze had dus buren. In New York City waren haar buren afstandelijk geweest, andere werkende stellen zoals zij en David van wie het leven bestond uit voor zonsopkomst hun appartement verlaten en na zonsondergang weer terugkeren. Maar deze buren, afgaand op het uiterlijk van hun prachtig geperfectioneerde tuin, genoten van het goede leven. En ze hadden schapen! Er was in Lacey’s oude flatgebouw geen enkel huisdier te vinden. Drukke zakenlui hadden geen tijd voor huisdieren, ze hadden geen zin in de haren of in boerderijgeuren. Wat heerlijk om nu zo dicht bij de natuur te leven! Zelfs de geur van schapenmest was een welkom contrast met haar extreem schone flatgebouw in NYC.

Toen ze weer rechtop ging staan, zag Lacey een verweerd stuk gras, als een pad waar al vele voeten overheen hadden gelopen. Het leidde langs de struiken naar de kliffen. Er zat daar een klein hekje verborgen dat bijna door de planten verslonden werd. Ze ging erheen en opende het.

Er was een reeks treden uit de rotswand gehakt en ze liepen helemaal door tot aan het strand. Het was als iets uit een sprookje, dacht Lacey opgetogen toen ze voorzichtig aan haar weg naar beneden begon.

Ivan had niet eens verteld dat ze een rechtstreekse route naar het strand had, dat als ze verlangde naar zand tussen haar tenen ze het binnen een paar minuten zou kunnen krijgen. En in New York was ze zo zelfvoldaan geweest over het feit dat ze maar op twee minuten lopen van de metro woonde.

Lacey baande zich een weg over de schots en scheve treden tot ze een paar meter bij het strand vandaan ophielden. Lacey sprong naar beneden. Het zand was zo zacht dat haar knieГ«n de schok absorbeerden ondanks het totale gebrek aan vering in haar goedkope bootschoenen van het vliegveld.

Lacey haalde diep adem en voelde zich volledig vrij en zorgeloos. Dit deel van het strand was verlaten. Ongeschonden. Het zal wel te ver van de winkels in het stadje zijn om hierheen te komen, dacht ze. Het was bijna als haar eigen stukje privГ©strand.

Lacey keek uit over het stadje en ze zag de pier in de zee steken. Er kwam meteen een herinnering op aan kermis, en de luide speelhal waar ze van haar vader hun twee pennies hadden mogen uitgeven. Er zat op de pier ook een bioscoop, herinnerde Lacey zich, en ze was opgewonden door de herinneringen die bij haar terugkwamen. Het zaaltje was piepklein, met acht zitplaatsen en nauwelijks veranderd sinds het gebouwd was, met zachte rode fluwelen stoelen. Papa had haar en Naomi meegenomen om daar naar een of andere vage Japanse cartoon te kijken. Ze vroeg zich af hoeveel herinneringen haar reis naar Wilfordshire nog zou opleveren. Hoeveel lege plekken zouden er in haar geheugen worden ingevuld nu ze hiernaartoe was gekomen?

Het was eb, dus er was veel van de constructie van de pier zichtbaar. Lacey zag wat mensen die hun hond uitlieten en een paar joggers. De stad begon te ontwaken. Misschien zou er nu een koffiezaakje open zijn. Ze besloot de lange weg via het strand te nemen en ze begon in die richting te wandelen.

Naarmate ze dichter bij het stadje kwam trokken de kliffen zich terug, en al snel waren er wegen en straten. Toen ze de boulevard op stapte, schoot Lacey nog een herinnering te binnen, aan een markt met kraampjes, waar kleding, sieraden en staven van steen werden verkocht. Een reeks gespoten cijfers op de grond gaven de specifieke plaatsen van de kraampjes aan. Lacey voelde een golf van opwinding.

Lacey liep bij het strand vandaan en wandelde naar de hoofdstraat, of de �high street’ zoals de Britten dat noemden. Voordat ze de met vlaggetjes versierde straat in ging, zag ze The Coach House op de hoek, waar ze Ivan de vorige dag ontmoet had.

Het was zo anders dan in New York. Het tempo was langzamer. Er waren geen toeterende auto’s. Geen mensen die elkaar duwden. En tot haar verrassing waren sommige koffiezaakjes inderdaad open.

Ze ging naar binnen bij de eerste die ze tegenkwam. Er stond geen rij en ze nam een zwarte koffie en een croissant. De koffie was perfect gebrand, rijk en chocoladeachtig, de croissant een kruimelige mondvol bladerdeeg en boterachtige lekker.

Met een maag die eindelijk tevreden was, besloot Lacey dat het tijd was om naar wat betere kleding te gaan zoeken. Ze had een leuke boetiek aan de andere kant van de hoofdstraat gezien en ze was net begonnen om die kant op te lopen toen de geur van suiker haar neusgaten aanviel. Ze keek om zich heen en zag dat een winkel met zelfgemaakte fudge net de deuren had geopend. Niet in staat om weerstand te bieden ging ze naar binnen.

�Wilt u gratis een stukje proeven?’ vroeg de man in een roze met wit gestreepte schort. Hij gebaarde naar een zilveren dienblad gevuld met blokjes in verschillende tinten bruin. �We hebben pure chocolade, melkchocolade, witte chocolade, karamel, toffee, koffie, fruit-medley en origineel.’

Lacey’s ogen puilden uit. �Mag ik ze allemaal proberen?’ vroeg ze.

�Natuurlijk!’

De man sneed van elke smaak een kleine blokje af en gaf ze aan Lacey om te proberen. Ze stak het eerste stukje in haar mond en haar smaakpapillen explodeerden. �Geweldig,’ zei ze met haar mond vol.

Ze ging verder naar de volgende. Op de een of andere manier was die zelfs nog lekkerder dan de vorige. Ze probeerde het ene na het andere stukje en het leek wel alsof ze steeds lekkerder werden.

Toen Lacey haar laatste hapje doorslikte, gaf ze zichzelf nauwelijks de tijd om adem te halen voordat ze riep: �Ik móét hiervan wat naar mijn neefje sturen. Zal het goed blijven als ik het naar New York opstuur?’

De man grijnsde en produceerde een platte kartonnen doos bekleed met folie. �Als u onze speciale verzenddoos gebruikt, dan weet ik zeker van wel,’ zei hij lachend. �We kregen die vraag zo vaak, dat we speciaal deze doos hebben laten ontwerpen. Plat genoeg om door de brievenbus te passen en licht genoeg om de verzendkosten laag te houden. U kunt de postzegels ook hier kopen.’

�Wat innovatief,’ zei Lacey. �U hebt aan alles gedacht.’

De man vulde de doos met een blokje van elke beschikbare smaak, maakte de platte doos met tape dicht en plakte de juiste postzegels erop. Nadat ze de man had bedankt en had afgerekend, nam Lacey haar kleine pakketje, schreef Frankie’s naam en adres op de voorkant en schoof hem in de traditionele rode brievenbus aan de overkant.

Zodra de doos door de gleuf verdwenen was, herinnerde Lacey zich dat ze werd afgeleid van haar eigenlijke taak: betere kleding vinden. Ze wilde net naar een boetiek op zoek gaan toen haar aandacht werd getrokken door de etalage in de winkel naast de brievenbus. Er was een scГЁne van het strand van Wilfordshire uitgebeeld, met de pier die zich in de zee uitstrekt, maar het geheel was van pastelkleurige macarons gemaakt.

Lacey had meteen spijt van de croissant die ze had gegeten en alle fudge die ze had geproefd, omdat de aanblik van al dat heerlijks haar het water in de mond liet lopen. Ze maakte een foto om aan de Doyle Meisjes te appen.

�Kan ik u helpen?’ klonk een mannenstem ergens naast haar.

Lacey ging rechtop staan. In de deuropening stond de eigenaar van de winkel, een knappe man van midden veertig, met dik, donkerbruin haar en een duidelijke kaaklijn. Hij had sprankelende groene ogen, met lachrimpeltjes die haar onmiddellijk vertelden dat hij iemand was die van het leven genoot, en een kleurtje dat suggereerde dat hij regelmatig naar warmere oorden reisde.

�Ik kijk zomaar wat in de etalages,’ zei Lacey, en haar stem klonk alsof er iemand in haar stembanden kneep. �Ik vind uw etalage erg mooi.’

De man glimlachte. �Ik heb dat zelf gemaakt. Waarom komt u niet binnen en probeert u er een paar?’

�Ik zou graag willen, maar ik heb al gegeten,’ verklaarde Lacey. De croissant, koffie en fudge leken door haar buik te klotsen, en het maakte haar een beetje misselijk. Lacey besefte plotseling wat er aan de hand was: het was dat lang verloren gevoel van fysieke aantrekkingskracht dat haar vlinders in haar buik bezorgde. Haar wangen liepen rood aan van de warmte.

De man grinnikte. �Ik kan aan uw accent horen dat u Amerikaans bent. Dus u weet misschien niet dat we hier in Engeland een elfuurtje hebben. Dat komt na het ontbijt en voor de lunch.’

�Ik geloof u niet,’ antwoordde Lacey, en haar mond begon bij de hoekjes te trekken. �Een elfuurtje?’

De man drukte zijn hand tegen zijn hart. �Ik beloof u dat het geen marketingtruc is! Het is de perfecte tijd voor thee en gebak, of thee en broodjes, of thee en koekjes.’ Hij gebaarde met zijn armen door de open deur naar de glazen vitrinekast, die gevuld was met creatief ontworpen zoete lekkernijen in al hun heerlijk ogende glorie. �Of allemaal.’

�Zolang het maar met thee is?’ grapte Lacey.

�Precies,’ antwoordde hij, en zijn groene ogen fonkelden van ondeugd. �U kunt ze zelfs even proeven voordat u ze koopt.’

Lacey kon het niet meer weerstaan. Of het nu het verslavende effect van suiker was dat haar naar binnen lokte of – wat waarschijnlijker was – de magnetische aantrekkingskracht van dit prachtige exemplaar van een man, maar Lacey ging naar binnen.

Ze keek gretig toe, het water liep haar in de mond, terwijl de man een rond cakeachtig dingetje uit de glazen vitrine haalde, het met boter, jam en room besmeerde en het netjes in vieren sneed. Het geheel gebeurde op een nonchalante en theatrale manier, alsof hij een reeks danspassen uitvoerde. Hij plaatste de stukken op een porseleinen bordje en hield dat op zijn vingertoppen voor Lacey in balans. Hij voltooide de onbewuste vertoning met een zwierig �et voilà’.

Lacey voelde haar wangen weer rood worden. De hele opvoering was duidelijk flirterig geweest. Of was dat slechts ijdele hoop?

Ze stak haar hand uit en nam een van de stukjes van het bord. De man deed hetzelfde en tikte zijn stukje tegen het hare.

�Proost,’ zei hij.

�Proost,’ kreeg Lacey eruit.

Ze stopte het in haar mond. Het was een smaaksensatie. Dik, zoet en romig. Aardbeienjam zo fris dat de scherpte haar smaakpapillen deed tintelen. En de cake! Stevig en boterachtig, ergens tussen zoet en hartig, en o zo troostend.

De smaken riepen plotseling weer een herinnering bij Lacey op. Zij en pap, Naomi en mam, met zijn allen rondom een ronde, witte metalen tafel in een licht koffiezaakje, en ze deden zich te goed aan met room en jam gevuld gebak. Ze werd door een vleugje troostende nostalgie geraakt.

�Ik ben hier eerder geweest!’ riep Lacey nog voordat ze klaar was met kauwen.

�O?’ was het geamuseerde antwoord van de man.

Lacey knikte enthousiast. �Ik ben als kind in Wilfordshire geweest. Dit is een scone, toch?’

De wenkbrauwen van de man kwamen met oprechte belangstelling omhoog. �Ja. De patisserie was van mijn vader, voordat hij van mij werd. Ik gebruik nog steeds zijn speciale recept om de scones te maken.’

Lacey wierp een blik op het raam. Hoewel er nu een ingebouwd houten zitje was met een lichtblauw kussen erbovenop en een bijpassende rustieke houten tafel, kon ze zich bijna voorstellen hoe het er dertig jaar geleden uitzag. Plotseling voelde ze zichzelf terug naar dat moment gaan. Ze kon het briesje bijna in haar nek voelen, het plakkerige gevoel van de jam op haar vingers, het zweet in de plooien van haar knieГ«n... Ze herinnerde zich zelfs het gelach, het gelach van haar ГіГєders en de zorgeloze glimlach op hun gezichten. Ze waren zo gelukkig geweest, toch? Ze wist zeker dat het echt was geweest. Waarom was het dan allemaal uit elkaar gevallen?

�Gaat het wel?’ klonk de stem van de man.

Lacey kwam weer terug naar het moment. �Ja. Sorry. Ik was even in gedachten verzonken. De smaak van die scone deed me denken aan ongeveer dertig jaar geleden.’

�Nou, u moet nu een elfuurtje hebben,’ zei de man grinnikend. �Kan ik u daartoe verleiden?’

De tintelingen die door Lacey’s lichaam joegen, gaven haar de duidelijke indruk dat ze met alles zou instemmen wat hij met dat zachte accent met die verleidelijke, vriendelijke ogen suggereerde. Dus ze knikte, want haar keel was plotseling te droog om daadwerkelijk woorden te formuleren.

Hij klapte in zijn handen. �Geweldig! Laat me de hele mikmak met alles erop en eraan gaan maken. Ik geef u de volledige Engelse ervaring.’ Hij stond op het punt om zich om te draaien, bleef toen staan en keek achterom. �Ik heet trouwens Tom.’

�Lacey,’ antwoordde ze, terwijl ze zich zo duizelig als een verliefde tiener voelde.

Terwijl Tom in de keuken bezig was, ging Lacey bij het raam zitten. Ze probeerde meer herinneringen aan de tijd die ze hier eerder had doorgebracht op te roepen, maar helaas was er verder niets. Alleen de smaak van scones en het gelach van haar familie.

Even later verscheen de knappe Tom met een cakestandaard gevuld met kleine boterhammetjes zonder korst, scones en een selectie veelkleurige kleine cupcakes. Hij zette een theepot op de tafel die ernaast stond.

�Dat kan ik nooit allemaal op!’ riep Lacey.

�Het is voor twee personen,’ antwoordde Tom. �Van het huis. Het is niet beleefd om een dame bij de eerste date te laten betalen.’

Hij ging naast haar zitten.

Zijn openhartigheid verraste Lacey. Ze voelde dat haar hartslag begon te fladderen. Het was zo lang geleden dat ze op een flirterige manier met een man had gepraat. Daardoor voelde ze zich weer een opgetogen tiener. Raar. Maar misschien was het gewoon iets typisch Brits. Misschien gedroegen alle Engelse mannen zich zo.

�Eerste date?’ herhaalde ze.

Voordat Tom kon antwoorden, klingelde de bel boven de deur. Een groep van ongeveer tien Japanse toeristen tuimelden de winkel binnen.

Tom sprong op. �Uh-oh, klanten.’ Hij keek naar Lacey. �We zullen die date een andere keer moeten doen, oké?’

Met datzelfde zelfvertrouwen ging Tom naar de toonbank en liet Lacey achter met haar woorden die in haar keel bleven hangen.

Nu de winkel vol stond met toeristen werd het druk en lawaaiig. Lacey probeerde Tom in de gaten te houden terwijl ze haar elfuurtje opat, maar hij was druk bezig om bestellingen voor de groep klanten in orde te maken.

Toen ze klaar was, probeerde ze gedag te zwaaien, maar hij had zich in de keuken teruggetrokken en zag haar niet. Propvol en een beetje teleurgesteld liep Lacey de patisserie uit en de straat weer op.

Toen bleef ze even staan. Een lege winkel aan de overkant van de patisserie had haar aandacht getrokken. Het wekte zo’n diepe emotie bij haar op dat het haar letterlijk de adem benam. De winkel was eerder iets geweest, iets wat de diepste diepten van haar jeugdherinneringen zich wilden herinneren. Iets wat haar dwong om van dichtbij te gaan kijken.




HOOFDSTUK VIER


Lacey gluurde door het raam van de lege winkel naar binnen en zocht in haar gedachten naar de herinneringen die het pand bij haar had opgeroepen. Maar er kwam niets concreets naar boven. Het was meer een gevoel dat gewekt was, dieper dan alleen nostalgie, meer zoiets als verliefd worden.

Lacey tuurde door de ramen en zag dat de winkel binnen leeg en onverlicht was. De plankenvloer was van licht hout. Er waren een heleboel ingebouwde planken in de verschillende nissen en er stond een groot houten bureau tegen een muur. De lamp die aan het plafond hing was van antiek koper. Duur, dacht Lacey. Die is vast per ongeluk achtergelaten.

De deur van de winkel, merkte Lacey toen, was niet op slot. Ze kon het niet helpen: ze ging naar binnen.

Er kwam een metaalachtige geur naar buiten, vermengd met stof en schimmel. Onmiddellijk werd Lacey door een nieuwe flits van nostalgie getroffen. De geur was precies hetzelfde als in de antiekwinkel van haar vader vroeger.

Ze hield van die plek. Als kind had ze vele uren in dat labyrint van schatten doorgebracht, ze had met de griezelige oude porseleinen poppen gespeeld, allerlei stripboeken gelezen, waaronder uitzonderlijk zeldzame en waardevolle originelen van Bruintje Beer. Maar het allerliefst rommelde ze gewoon door de snuisterijen en stelde ze zich de levens en persoonlijkheden voor van de mensen waartoe ze ooit behoord hadden. Er was een eindeloze hoeveelheid van van alles en nog wat, prulletjes en hebbedingen, en elk voorwerp had datzelfde vreemde aroma van metaal, stof en schimmel dat ze nu rook.

Net zoals de aanblik van Crag Cottage bij de oceaan een oude kinderdroom om bij de zee te wonen had gewekt, werd ze nu ook overspoeld door een droom uit haar jeugd om haar eigen winkel te runnen.

Zelfs de indeling deed haar aan de oude winkel van haar vader denken. Terwijl ze rondkeek, schoven beelden uit de diepste nissen van haar herinnering zich voor het tafereel dat ze hier zag, als een vel overtrekpapier dat op een tekening was gelegd. Plotseling zag ze de planken vol met prachtige relikwieën staan, voornamelijk victoriaans keukengerei, wat de bijzondere belangstelling van haar vader had gehad, en daar op de toonbank visualiseerde Lacey de grote koperen kassa, zo’n omslachtig ouderwets geval met de stijve toetsen. Haar vader had erop gestaan om die te gebruiken, omdat het �je geest scherp houdt’ en �je vaardigheden in hoofdrekenen verbetert’. Ze glimlachte dromerig bij zichzelf, terwijl de woorden van haar vader in haar oren klonken en de beelden en herinneringen zich voor haar ogen afspeelden.

Ze was zo in haar dagdroom verdiept dat Lacey de voetstappen die vanuit de achterkamer naar haar toe kwamen niet aan hoorde komen. Evenmin zag ze de man van wie de voetstappen waren toen hij door de deur naar buiten kwam en met een frons op zijn gezicht rechtstreeks op haar af beende. Pas toen ze een tikje op haar schouder voelde, besefte Lacey dat ze niet alleen was.

Haar hart sprong op in haar borst. Lacey gaf bijna een gil van verbazing en sprong zowat uit haar vel van schrik. Ze draaide zich om en nam toen het gezicht van de vreemdeling in zich op. Bejaard, dunner wordend wit haar, gezwollen paarse wallen onder zijn helderblauwe ogen.

�Kan ik u helpen?’ zei de man op een onvriendelijke en norse manier.

Lacey’s hand vloog naar haar borst. Het duurde even voordat ze besefte dat het niet de geest van haar vader was die haar net op de schouder had getikt en dat ze niet echt een kind in zijn antiekwinkel was, maar een volwassen vrouw die op vakantie was in Engeland. Een volwassen vrouw die zich op dit moment op verboden terrein bevond.

�O hemeltje, het spijt me zo!’ riep ze haastig uit. �Ik wist niet dat hier iemand was. De deur was open.’

De man keek haar sceptisch aan. �Zie je niet dat de winkel leeg is? Er is hier niets om te kopen.’

�Dat weet ik,’ zei Lacey, wanhopig om haar naam te zuiveren en die frons van wantrouwen van het gezicht van de oude man te vegen. �Maar ik kon het niet helpen. Deze plek deed me zoveel aan de winkel van mijn vader denken.’ Tot Lacey’s verrassing merkte ze dat haar ogen plotseling overstroomden van de tranen. �Ik heb hem niet meer gezien sinds ik een kind was.’

Het gedrag van de man veranderde in een oogwenk van fronsend en defensief naar zacht en vriendelijk.

�O jeetje toch,’ zei hij vriendelijk en hij schudde zijn hoofd, terwijl Lacey haastig haar tranen wegveegde. �Het is al goed, mop. Had je vader een winkel zoals deze?’

Lacey voelde zich meteen beschaamd dat ze haar emoties bij deze man had uitgestort, om nog maar te zwijgen over schuldgevoel: in plaats van de politie te bellen om haar van zijn privГ©bezit te verwijderen, had hij als een bekwame therapeut gereageerd, met niet-oordelende compassie, aanmoediging en interesse. Maar Lacey kon er niets aan doen. Ze liet zich gaan en stortte haar hart uit.

�Hij verkocht antiek,’ legde ze uit, en de glimlach speelde weer om haar lippen bij de herinneringen, zelfs toen de tranen uit haar ogen drupten. �De geur hier maakte me nostalgisch en het kwam allemaal weer bij me naar boven. Zijn winkel had zelfs dezelfde indeling.’ Ze wees naar de deur van de achterkamer waar de man doorheen moest zijn gekomen. �Die achterkamer werd voor opslag gebruikt, maar hij wilde er altijd een veilingkamer van maken. De ruimte was heel lang en kwam uit op een tuin.’

De man begon te grinniken. �Kom maar kijken. De achterkamer hier is ook lang en komt uit op een tuin.’

Geraakt door zijn medeleven liep Lacey achter de man aan door de deur naar de achterkamer. Die was lang en smal; de ruimte deed denken aan een treinwagon en was bijna identiek aan de kamer waarin haar vader veilingen had willen organiseren. Lacey liep dwars door de kamer en stapte een droom van een tuin in. Hij was smal en lang en strekte zich ongeveer vijftien meter uit. Overal stonden kleurrijke planten, en strategisch geplaatste bomen en struiken zorgden voor precies de juiste hoeveelheid schaduw. Een kniehoog hek was de enige afscheiding van de tuin van de aangrenzende winkel, die in tegenstelling tot de smetteloze tuin waarin ze stond alleen voor opslag gebruikt leek te worden, met verschillende grote, lelijke, grijze plastic opslagschuurtjes en een rij vuilnisbakken die het verpesten.

Lacey richtte haar aandacht weer op de mooie tuin. �Dit is ongelooflijk,’ zei ze lovend.

�Ja, het is een prachtige plek,’ antwoordde de man, terwijl hij een omgevallen plantenbak opraapte en weer rechtop zette. �De mensen die het eerst huurden hadden hier een winkel met alles voor huis en tuin.’

Lacey merkte meteen de melancholie op in zijn toon. Ze besefte toen dat de deuren van de grote glazen kas voor haar wijd openstonden. Verschillende planten in potten lagen verspreid op de grond, hun stengels kapot, de potgrond lag overal op de vloer. Haar nieuwsgierigheid werd plotseling gewekt. De aanblik van de neergegooide planten in een verder zo zorgvuldig onderhouden tuin leek vreemd. Haar gedachten gingen onmiddellijk van haar vader naar het huidige moment.

�Wat is er gebeurd?’ vroeg ze.

Het gezicht van de oudere man was nu terneergeslagen. �Daarom ben ik hier. Ik kreeg vanmorgen een telefoontje van de buurman en die zei dat het leek alsof het hier vannacht leeg was gehaald.’

Lacey snakte naar adem. �Was er ingebroken?’ Haar hoofd kon het concept van criminaliteit niet helemaal met de prachtige, rustige kustplaats Wilfordshire combineren. Het kwam op haar over als het soort plek waar je het hooguit van wangedrag kon spreken wanneer een kwajongen een versgebakken taart jatte van de vensterbank waarop deze stond af te koelen.

De man schudde zijn hoofd. �Nee, nee, nee. Ze zijn vertrokken. Ze hebben hun voorraad ingepakt en zijn vertrokken. Ze hebben niet eens de huur opgezegd. Ze hebben me ook al hun schulden nagelaten. Onbetaalde energierekeningen. Een berg andere facturen.’ Hij schudde droevig zijn hoofd.

Lacey was geschokt toen ze besefte dat de winkel pas die ochtend leeg was komen te staan en dat ze onbedoeld in een scenario was binnengedrongen dat zich op dit moment ontvouwde, dat ze zichzelf per ongeluk in een mysterieus verhaal had geplaatst dat nog maar net was begonnen.

�Wat erg voor u,’ zei ze met oprechte empathie voor de man. Nu was het haar beurt om therapeut te spelen, om de vriendelijkheid terug te betalen die de man haar had getoond. �Redt u het wel?’

�Niet echt,’ zei hij somber. �We zullen het moeten verkopen om de rekeningen te kunnen betalen, en eerlijk gezegd zijn mijn vrouw en ik veel te oud voor dit soort spanningen.’ Hij tikte op zijn borstbeen, alsof hij de kwetsbaarheid van zijn hart wilde aangeven. �Het zal wel verdomd jammer zijn om afscheid van deze plek te nemen.’ Zijn stem brak. �Het pand zit al jaren in de familie. Ik vind het prachtig. We hebben in die tijd een aantal zéér kleurrijke huurders gehad.’ Hij grinnikte en zijn ogen vulden zich met tranen terwijl hij herinneringen ophaalde. �Maar nee. Wij kunnen die onrust niet meer hebben. Het geeft te veel spanning.’

Het verdriet in zijn toon was genoeg om Lacey’s hart te breken. Wat een verschrikkelijk hachelijke situatie om in achtergelaten te worden. Wat een vreselijke toestand. De diepe empathie die ze voor de man voelde werd alleen maar versterkt door haar eigen situatie, door de manier waarop het leven dat ze met David in New York City had opgebouwd onterecht van haar was afgenomen. Ze voelde een plotselinge verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen.

�Ik zal de winkel huren,’ flapte ze eruit. De woorden verlieten haar lippen voordat haar hersenen beseften wat ze zei.

De witte wenkbrauwen van de man schoten met duidelijke verrassing omhoog. �Sorry, wat zei je nou?’

�Ik zal het huren,’ herhaalde Lacey snel, voordat het logische deel van haar geest de kans kreeg om haar er weer vanaf te praten. �U kunt het niet verkopen. Het heeft te veel geschiedenis, dat zei u net zelf. Te veel sentimentele waarde. En ik ben heel erg betrouwbaar. Ik heb hier ervaring mee. Een soort van.’

Ze dacht aan de douanebeambte met de donkere wenkbrauwen op het vliegveld, die haar had verteld dat ze een visum nodig had om te werken, en hoe ze haar vol zelfvertrouwen had verzekerd dat dat wel het laatste was wat ze in Engeland wilde doen: werken.

En wat moest ze met Naomi? Haar baan bij Saskia? Wat moest ze daar allemaal mee?

Plotseling deed het er allemaal niet toe. Dat gevoel waarmee Lacey was geraakt toen ze de winkel had gezien, was net zoiets als liefde op het eerste gezicht geweest. Ze gooide zichzelf in het diepe.

�Dus? Wat denkt u ervan?’ vroeg ze hem.

De oude man zag er een beetje verbluft uit. Lacey kon hem dat niet kwalijk nemen. Hier stond deze vreemde Amerikaanse vrouw, in kleding die zo uit de kringloopwinkel had kunnen komen, en die hem vroeg om zijn winkel aan haar te verhuren, terwijl hij al had besloten om het pand te verkopen.

�Nou... Ik...’ begon hij. �Het zou leuk zijn om het nog wat langer in de familie te houden. Dit is ook niet de beste tijd om het te verkopen, zoals de markt nu is. Maar ik moet eerst met Martha overleggen, mijn vrouw.’

�Natuurlijk,’ zei Lacey. Ze krabbelde snel haar naam en nummer op een strookje papier en gaf het aan hem, verrast door hoe zeker ze zich voelde. �Neem alle tijd die u nodig hebt.’

Ze had tenslotte tijd nodig om haar visum te regelen, een bedrijfsplan, financiГ«n en voorraad uit te werken, en nou ja: alles. Misschien moest ze beginnen met een exemplaar kopen van Hoe run ik een winkel voor dummies.

�Lacey Doyle,’ las de man van het papiertje dat ze hem had gegeven.

Lacey knikte. Twee dagen geleden was die naam haar zo onbekend geweest. Nu voelde het weer als het hare.

�Ik ben Stephen,’ antwoordde hij.

Ze schudden elkaar de hand.

�Ik kijk uit naar uw telefoontje,’ zei Lacey.

Ze verliet de winkel met een hart vol verwachting. Als Stephen zou besluiten het pand aan haar te verhuren, dan zou ze op een veel permanentere basis in Wilfordshire verblijven dan ze had gepland. Die gedachte zou haar bang moeten maken. Maar in plaats daarvan gaf het haar een verrukt gevoel. Het voelde zo goed. Meer dan goed. Het voelde als haar lot.




HOOFDSTUK VIJF


�Ik dacht dat dit een vakantie was!’ De woedende stem van Naomi explodeerde door de mobiele telefoon die tussen Lacey’s oor en haar schouder geklemd zat.

Ze zuchtte en sloot zich van de tirade van haar zus af, terwijl ze op het toetsenbord tikte van de computer in de bibliotheek van Wilfordshire. Ze controleerde de status van haar online aanvraagformulier om haar vakantievisum naar een visum voor startende ondernemers om te zetten.

Na haar ontmoeting met Stephen had Lacey zich op het nodige onderzoek gestort, en ze had ontdekt dat ze, als een vloeiend spreker van de Engelse taal en met een gezonde hoeveelheid kapitaal op de bank, alleen nog een fatsoenlijk bedrijfsplan nodig had. Dat was iets waar ze veel ervaring mee had, dankzij Saskia’s neiging om verantwoordelijkheden op Lacey’s schouders af te schuiven die ver boven haar salarisschaal lagen. Het had Lacey slechts enkele avonden gekost om het plan op te stellen en in te dienen; een moeiteloos proces dat haar er meer dan zeker van maakte dat het universum haar hele nieuwe leven een handje hielp.

Toen ze inlogde op het officiële portaal van de Britse overheid, zag ze dat haar aanvraag nog steeds werd weergegeven als �in behandeling’. Ze was zo wanhopig om verder te gaan dat ze er niets aan kon doen dat ze zich een beetje teleurgesteld voelde. Toen richtte ze haar aandacht weer op Naomi’s stem in haar oor.

�Ik kan níét geloven dat je gaat verhuizen!’ schreeuwde haar zus. �Voorgoed!’

�Het is niet voorgoed,’ verklaarde Lacey kalm. Ze had in de loop der jaren veel kunnen oefenen om niet in de stemming van Naomi mee te gaan. �Het visum is slechts twee jaar geldig.’

Oeps. Foute zet.

�Twéé jáár?’ schreeuwde Naomi, en haar woede bereikte een kookpunt.

Lacey rolde met haar ogen. Ze was zich er volledig van bewust dat haar familie haar beslissing niet zou ondersteunen. Naomi had haar in New York tenslotte nodig als kinderoppas en mama behandelde haar eigenlijk als een soort hulpverlener bij al haar emotionele toestanden. De duizelingwekkende boodschap die ze de Doyle Meisjes had geappt, had een reactie als een atoombom uitgelokt. Dagen later had Lacey nog steeds last van de nasleep.

�Ja, Naomi,’ antwoordde ze teleurgesteld. �Twee jaar. Ik denk dat ik dat wel verdien, of niet? Ik heb David veertien jaar gegeven. Vijftien jaar aan mijn werk. New York City heeft me negenendertig jaar gehad. Ik ga richting de veertig, Naomi! Wil ik echt mijn hele leven op één plek hebben gewoond? Eén carrière hebben gehad? Met één man zijn geweest?’

Het knappe gezicht van Tom flitste door haar gedachten toen ze dat zei en ze voelde haar wangen onmiddellijk warm worden. Ze was zo druk bezig geweest met het regelen van haar potentiГ«le nieuwe leven dat ze niet meer naar de patisserie terug was geweest. Haar visioen van een langzaam ontbijt op het terras was tijdelijk vervangen door een banaan voor onderweg en een kant-en-klare frappuccino uit de supermarkt. In feite was het pas net tot haar doorgedrongen dat ze, als deze deal met Stephen en Martha tot stand kwam, de winkel tegenover Tom zou huren. Dan zou ze hem Г©lke dag door haar raam zien. Het kriebelde in haar buik van vreugde bij die gedachte.

�Hoe moet het dan met Frankie?’ jammerde Naomi, waarmee ze haar terugbracht naar de realiteit.

�Ik heb hem een doos fudge gestuurd.’

�Hij heeft zijn tante nodig!’

�Hij heeft me nog steeds! Ik ben niet dood, Naomi, ik ga gewoon een tijdje in het buitenland wonen.’

Haar kleine zusje verbrak de verbinding.

Negenendertig, maar ik word behandeld als zestien, dacht Lacey wrang.

Terwijl ze haar mobiel in haar zak stopte, zag Lacey iets op het computerscherm flikkeren. De status van haar aanvraagformulier was van �in behandeling’ naar �goedgekeurd’ veranderd.

Met een gilletje sprong Lacey op van haar stoel en ze pompte met haar vuist in de lucht. Alle senioren die op de andere computers van de bibliotheek patience zaten te spelen, keken haar geschrokken aan.

�Sorry!’ riep Lacey, in een poging haar opwinding te temperen.

Ze ging weer terug zitten, ademloos van bewondering. Het was haar gelukt. Ze had groen licht gekregen om haar plan in gang te zetten. En het was allemaal zo moeiteloos gegaan. Lacey kon er niets aan doen, maar ze vermoedde dat het lot er een handje bij geholpen had...

Er was nog één laatste hindernis. Stephen en Martha moesten akkoord gaan om de winkel aan haar te verhuren.



*



Lacey was onrustig toen ze door het stadscentrum slenterde. Ze wilde niet te ver van de winkel afdwalen, want zodra ze een telefoontje van Stephen ontving, zou ze meteen met haar chequeboek en een pen teruggaan en de verdomde deal tekenen voordat haar kritische stemmetje zei dat ze het niet moest doen. Maar Lacey was uitzonderlijk getalenteerd in etalages kijken en ging aan de slag om alles te bekijken wat het stadje te bieden had. Terwijl ze zo rond slenterde, bleven haar goedkope bootschoenen van het vliegveld achter de straatstenen hangen, waardoor ze struikelde en haar enkel verdraaide. Op dat moment besefte Lacey dat ze, als ze als potentiГ«le nieuwe ondernemer serieus genomen wilde worden, van haar hele casual kringloop-look af moest zien te komen.

Ze liep naar de boetiek die naast de lege winkel zat waarvan ze hoopte dat die snel van haar zou zijn.

Ik kan net zo goed kennis gaan maken met de buren, redeneerde ze.

Ze stapte naar binnen en ontdekte dat het een zeer minimalistisch ogende plek was met slechts een paar selecte items. De vrouw achter de toonbank keek op toen ze binnenkwam, en haar neus ging verwaand omhoog toen haar blik over Lacey’s kleding dwaalde. De vrouw was dun en zag er tamelijk streng uit, maar haar golvende bruine haar was op precies dezelfde manier gekapt als dat van Lacey. Haar zwarte jurk deed haar op een soort kwaadaardige kloon van zichzelf lijken, dacht ze geamuseerd.

�Kan ik u helpen?’ vroeg de vrouw met een zwakke, onaangename stem.

�Nee, dank u,’ antwoordde Lacey. �Ik weet precies wat ik wil.’

Ze koos een tweedelig pakje uit het rek, het type dat ze in New York gewend was te dragen, en toen wachtte ze even. Wilde ze een replica van zichzelf maken? Zich kleden als de vrouw die ze eerder was geweest? Of wilde ze een nieuw iemand zijn?

Ze keerde zich om naar de winkelbediende. �Eigenlijk heb ik misschien toch wat hulp nodig.’

Het gezicht van de vrouw bleef onbewogen toen ze achter de toonbank vandaan stapte en naar Lacey toe liep. Blijkbaar nam ze aan dat Lacey tijdverspilling was. Iemand die haar kleding in een kringloopwinkel koopt, kon het zich toch zeker niet veroorloven om in een boetiek als deze te winkelen? Lacey verheugde zich op het moment dat ze met haar bankpasje in het oordelende gezicht van deze vrouw zou kunnen wapperen.

�Ik heb iets nodig voor mijn werk,’ zei Lacey. �Formeel, maar niet te stijf, begrijpt u?’

De vrouw knipperde met haar ogen. �En wat voor werk doet u?’

�Antiek.’

�Antiek?’

Lacey knikte. �Yep. Antiek.’

De vrouw koos iets uit het rek. Het was modieus, een beetje scherp, met een vleugje mannelijkheid in de snit. Lacey nam het mee naar de paskamer en trok het aan om te kijken of de maat goed was. De weerspiegeling die naar haar terug staarde, deed een grijns om haar lippen verschijnen. Ze zag er – durfde ze het te zeggen? – cóól uit. De winkelbediende, met haar pinnige gezicht, had een onberispelijke smaak en een indrukwekkende kijk op hoe ze haar klanten er op hun best kon laten uitzien.

Lacey verliet de paskamer. �Het is perfect. Ik neem het. En nog vier in andere kleuren.’

De wenkbrauwen van de winkelbediende schoten omhoog. �Pardon?’

Lacey’s telefoon ging. Ze keek naar het schermpje en zag Stephens nummer naar haar opflitsen.

Haar hart maakte een sprongetje. Dit was het! Het telefoontje waarop ze had gewacht! Het telefoontje dat haar toekomst zou bepalen!

�Ik neem het,’ herhaalde Lacey tegen de winkelbediende, plotseling buiten adem van verwachting. �En nog vier in andere kleuren waarvan u denkt dat ze bij me passen.’

De winkelbediende keek verbijsterd toen ze naar de achterkant ging, naar die lelijke grijze opslagschuurtjes dacht Lacey, om meer setjes voor haar te vinden.

Lacey nam haar telefoon op. �Stephen?’

�Hoi, Lacey. Ik ben hier met Martha. Kun je naar de winkel komen om even een praatje te maken?’

Zijn toon klonk veelbelovend en Lacey kon niet anders dan glimlachen.

�Zeer zeker. Ik ben er met vijf minuten.’

De winkelbediende keerde terug met haar armen vol kleding. Lacey merkte het onberispelijke kleurenpalet op: crГЁme, zwart, donkerblauw en zachtroze.

�Wilt u ze passen?’ vroeg de winkelbediende.

Lacey schudde haar hoofd. Ze had nu haast en kon niet wachten om haar aankoop af te ronden en naar de buren te rennen. Ze bleef over haar schouder naar de uitgang kijken.

�Nee. Als ze hetzelfde zijn als deze, dan vertrouw ik erop dat ze goed zullen zijn. Kan ik nu alles afrekenen, alstublieft?’ Ze sprak snel. Haar afnemende geduld was letterlijk hoorbaar. �O, en deze hou ik meteen aan.’

De winkelbediende leek niet erg onder de indruk van de manier waarop Lacey haar probeerde op te jagen. Alsof ze haar wilde stangen, nam ze de tijd om elk item aan te slaan en het voorzichtig in vloeipapier te vouwen.

�Wacht even!’ riep Lacey, terwijl de vrouw een papieren zak tevoorschijn haalde om de kleding in te doen. �Ik kan niet met een tasje van een winkel rondlopen. Ik heb een handtas nodig. Een goede.’ Haar blik schoot naar de rij tassen op een plank achter het hoofd van de vrouw. �Kunt u er een kiezen die goed bij de kleding past?’

Te oordelen naar de gezichtsuitdrukking van de winkelbediende dacht deze dat dat ze met een complete gek te maken had. Toch draaide ze zich om, bekeek elk van de handtassen nauwkeurig, en pakte toen een oversized zwarte lederen clutch met een gouden gesp.

�Perfect,’ zei Lacey. Ze wipte op en neer op haar tenen als een sprinter die op het startschot wacht. �Sla alles maar aan.’

De vrouw deed wat haar werd bevolen en begon voorzichtig de clutch met de kledingpakketjes te vullen.

�Dat is dan...’

�Schoenen!’ onderbrak Lacey haar plotseling. Wat een warhoofd. Het was vanwege haar waardeloze bootschoenen dat ze überhaupt naar deze winkel was gegaan. �Ik heb schoenen nodig!’

De winkelbediende leek op de een of andere manier nog minder onder de indruk. Misschien dacht ze dat Lacey haar in de maling nam en dat ze aan het eind weg zou rennen.

�Onze schoenen staan hier,’ zei ze koel, en ze gebaarde met haar arm.

Lacey keek naar de kleine selectie van prachtig vervaardigde hakschoenen die ze in New York City gedragen zou hebben, waar ze pijnlijke enkels als een beroepsrisico had beschouwd. Maar nu was alles anders, herinnerde Lacey zichzelf. Ze hoefde geen schoeisel aan dat pijn veroorzaakte.

Haar blik viel op een paar zwarte brogues. De schoenen zouden de perfect bij haar nieuwe collectie pakken passen. Ze ging er meteen op af.

�Deze,’ zei ze, terwijl ze ze op de toonbank voor de winkelbediende neerzette.

De vrouw nam niet de moeite om Lacey te vragen of ze ze wilde passen, dus sloeg ze ze aan en kuchte even in haar vuist toen het viercijferige bedrag op de display van de kassa opflitste.

Lacey haalde haar bankpas tevoorschijn, betaalde, trok de nieuwe schoenen aan, bedankte de winkelbediende en stapte via de achterkant van de winkel over naar het leegstaande perceel ernaast. In haar borst bloeide de hoop op dat ze slechts een paar ogenblikken verwijderd was van het ophalen van de sleutels van Stephen, en dat ze de buur zou worden van de koele winkelbediende bij wie ze net een hele nieuwe identiteit had aangeschaft.

Toen ze binnenkwam, zag Stephen eruit alsof hij haar niet herkende.

�Ik dacht dat je zei dat ze een beetje slonzig leek?’ zei de vrouw naast hem vanuit haar mondhoek. Dat moest zijn vrouw Martha zijn. Als ze discreet probeerde te zijn, dan faalde ze jammerlijk. Lacey kon elk woord horen.

Lacey gebaarde naar haar outfit. �Ta-da. Ik zei toch dat ik weet waar ik mee bezig ben?’ plaagde ze.

Martha wierp Stephen een blik toe. �Waar maakte je je zorgen over, ouwe idioot? Zij is het antwoord op al onze gebeden! Geef haar meteen een huurovereenkomst!’

Lacey kon het niet geloven. Wat een geluk. Het lot was beslist tussenbeide gekomen.

Stephen haalde haastig wat documenten uit zijn tas en legde die op de toonbank voor haar neer. In tegenstelling tot de echtscheidingspapieren waar ze met ongeloof en groot verdriet naar had gestaard, leken deze papieren te gloeien van beloften en kansen. Ze haalde haar pen tevoorschijn, dezelfde pen waarmee ze haar echtscheidingspapieren had ondertekend, en plaatste haar handtekening op het papier.

Lacey Doyle. Ondernemer.

Haar nieuwe leven was bezegeld.




HOOFDSTUK ZES


Met een bezem in haar handen veegde Lacey de vloerplanken van de winkel waar ze nu de trotse huurder van was, en haar hart leek wel uit elkaar te barsten.

Ze had zich nog nooit eerder zo gevoeld. Alsof ze haar hele leven onder controle had, haar hele lot, alsof de toekomst voor haar voor het oprapen lag. Haar gedachten gingen alle kanten op en er vormden zich al een paar behoorlijk grote plannen. Ze wilde van de grote achterkamer een veilingkamer maken, ter ere van de droom die haar vader nooit had waargemaakt. Toen ze voor Saskia werkte was ze naar tig veilingen geweest, weliswaar aan de aankoopkant in plaats van de verkopende, maar ze was ervan overtuigd dat ze zou kunnen leren wat ervoor nodig was. Ze had ook nog nooit een winkel gerund, maar hier stond ze dan. En bovendien, alles wat de moeite waard is vereist inspanning.

Op dat moment zag ze een gestalte die langs de winkel was gelopen abrupt stilstaan en door de ramen naar haar kijken. Ze keek op van het vegen, in de hoop dat het Tom zou zijn, maar ze besefte dat de gestalte die stokstijf voor haar stond een vrouw was. En niet zomaar een willekeurige vrouw, maar een vrouw die Lacey herkende. Mager als een lat, zwarte jurk en datzelfde lange, donkere, golvende haar als Lacey. Het was haar boosaardige tweeling, de winkelbediende van hiernaast.

De vrouw stormde door de open voordeur de winkel binnen. �Wat doe jij hier?’ blafte ze.

Lacey zette de bezem tegen de toonbank aan en stak vol vertrouwen haar hand naar de vrouw uit. �Ik ben Lacey Doyle. Je nieuwe buurvrouw.’

De vrouw staarde vol walging naar haar hand, alsof die met ziektekiemen bedekt was. �Wat?’

�Ik ben je nieuwe buurvrouw,’ herhaalde Lacey op dezelfde zelfverzekerde toon. �Ik heb net een huurcontract voor deze ruimte getekend.’

De vrouw zag eruit alsof ze net een klap in haar gezicht had gekregen. �Maar...’ mompelde ze.

�Ben je de eigenares van de boetiek of werk je daar gewoon?’ vroeg Lacey, in een poging de verbijsterde vrouw weer bij haar positieven te krijgen.

De vrouw knikte alsof ze gehypnotiseerd was. �De boetiek is van mij. Ik heet Taryn. Taryn Maguire.’ Toen schudde ze plotseling haar hoofd, alsof ze haar verrassing overwonnen had, en ze forceerde een vriendelijke glimlach op haar gezicht. �Nou, wat heerlijk om een nieuwe buurvrouw te hebben. Het is een geweldige ruimte, hè? Ik weet zeker dat het gebrek aan licht ook in je voordeel zal werken, het verbergt de armoedigheid.’

Lacey weerhield zichzelf ervan om haar wenkbrauw op te trekken. Doordat ze jarenlang met de passieve agressiviteit van haar moeder had moeten omgaan, had Lacey geleerd om dat niet te doen.

Taryn lachte hard, alsof ze het dubbelzinnige compliment wilde smoren. �Vertel eens, hoe heb je eigenlijk een huurcontract voor deze plek gekregen? Het laatste wat ik heb gehoord is dat Stephen het ging verkopen.’

Lacey haalde alleen haar schouders op. �Dat was ook zo. Maar de plannen zijn gewijzigd.’

Taryn zag eruit alsof ze aan een citroen had gezogen. Haar blik schoot de hele winkel rond, de opgetrokken neus waar Lacey vandaag al mee te maken had gehad leek nog verder naar de hemel te reiken, terwijl Taryns walging steeds duidelijker werd.

�En je gaat antiek verkopen?’ voegde ze eraan toe.

�Dat klopt. Mijn vader zat in het vak toen ik een kind was, dus ter ere van hem volg ik hem in zijn voetsporen.’

�Antiek,’ herhaalde Taryn. Het was duidelijk dat de gedachte aan een antiekwinkel naast haar chique boetiek haar niet beviel. Ze fixeerde haar blik als een havik op Lacey. �En dat is toegestaan? De oceaan over vliegen en een winkel beginnen?’

�Met het juiste visum wel ja,’ verklaarde Lacey koel.

�Dat is... interessant,’ antwoordde Taryn, die duidelijk haar woorden zorgvuldig koos. �Ik bedoel, als een buitenlander in dit land een baan wil, dan moet het bedrijf bewijzen dat er niemand van Britse komaf is om de functie te vervullen. Ik ben gewoon verrast dat dezelfde regels niet op het runnen van een eigen bedrijf van toepassing zijn...’ De minachting in haar toon werd steeds duidelijker. �En Stephen heeft het net aan jou verhuurd, een vreemde, zomaar? Nadat de winkel pas twee dagen geleden leeg kwam te staan?’ De beleefdheid waar ze zichzelf eerder toe had gedwongen leek snel te vervagen.

Lacey besloot om het niet te laten oplopen.

�Het was echt een mazzeltje. Stephen was toevallig in de winkel toen ik kwam rondsnuffelen. Hij was er kapot van dat de vorige huurder het in de steek had gelaten en hem met heel veel rekeningen had achtergelaten, en ik denk dat alles precies op zijn plek viel. Ik help hem, hij helpt mij. Dat moet het lot zijn.’

Lacey zag dat het gezicht van Taryn rood was geworden.

�Het lót?’ schreeuwde ze, en de passieve agressiviteit veranderde meteen in agressie. �Het lót? Ik heb al maanden een deal met Stephen dat hij als de winkel beschikbaar zou zijn het pand aan mij zou verkopen! Ik was van plan om mijn winkel uit te breiden door de zijne over te nemen!’

Lacey haalde haar schouders op. �Nou, ik heb het niet gekocht. Ik huur het. Ik weet zeker dat hij dat plan nog steeds in gedachten heeft, om het aan jou te verkopen wanneer de tijd daar is. De tijd is nu gewoon nog niet daar.’

�Dit is niet te geloven!’ jammerde Taryn. �Je komt hier binnenwaaien en zet hem onder druk voor een huurovereenkomst? En hij ondertekent het binnen een paar dagen? Heb je hem bedreigd? Heb je voodoo op hem uitgeoefend?’

Lacey hield voet bij stuk. �Je zult het aan hem moeten vragen waarom hij heeft besloten om het aan mij te verhuren in plaats van het aan jou te verkopen,’ zei ze, maar in gedachten voegde ze eraan toe: misschien omdat ik een aardig persoon ben?

�Je hebt mijn winkel gestolen,’ besloot Taryn.

Toen stormde ze weg en sloeg de deur achter zich dicht. Haar lange, donkere haar zwaaide achter haar aan terwijl ze ervandoor ging.

Lacey besefte dat haar nieuwe leven niet zo idyllisch zou zijn als ze had gehoopt. En dat haar grap over dat Taryn haar boosaardige tweeling was in feite was uitgekomen. Nou, daar kon ze maar één ding aan doen.

Lacey sloot de voorkant van de winkel af, walste doelbewust de weg af naar de kapper en beende toen regelrecht naar binnen. De kapster, een roodharige, zat werkeloos door een tijdschrift te bladeren in een duidelijk rustige periode tussen klanten.

�Kan ik u helpen?’ vroeg ze, en ze keek Lacey aan.

�Het is tijd,’ zei Lacey vastberaden. �Tijd om voor kort haar te gaan.’

Dat was ook een droom waarvoor ze nooit moedig genoeg was geweest om hem te vervullen. David had van haar lange haar gehouden. Maar ze wilde echt geen seconde langer op haar boosaardige tweeling lijken. De tijd was gekomen. Tijd om de schaar erin te zetten. Tijd om alles wat de oude Lacey was geweest van zich af te werpen. Dit was haar nieuwe leven en ze zou haar eigen nieuwe regels volgen.

�Weet je zeker dat je het kort wilt hebben?’ vroeg de vrouw. �Ik bedoel, je lijkt vastberaden, maar ik moet het vragen. Ik wil niet dat je er spijt van krijgt.’

�O, ik weet het zeker,’ zei Lacey. �Als ik dit eenmaal heb gedaan, dan heb ik drie van mijn dromen in evenzoveel dagen uit laten komen.’

De vrouw grijnsde en greep haar schaar. �Goed dan. Driemaal is scheepsrecht!’




HOOFDSTUK ZEVEN


�Zo,’ zei Ivan, terwijl hij uit het aanrechtkastje kroop. �Die lekkende pijp zou geen problemen meer moeten geven.’

Hij ging kreunend rechtop staan en trok verlegen aan de zoom van zijn verfrommelde grijze shirt, die over zijn spierwitte bolle buik omhoog was gekomen. Lacey deed beleefd alsof ze het niet had opgemerkt.

�Bedankt voor de snelle reparatie,’ zei Lacey. Ze was dankbaar dat hij een attente huisbaas was die alle problemen die zich met het huis voordeden – en dat waren er al veel geweest – op zo’n snelle manier oploste. Maar ze begon zich ook schuldig te voelen over het aantal keren dat ze hem naar Crag Cottage had laten komen. De wandeling de kliffen op was niet bepaald een fluitje van een cent en hij was niet echt een jonge kerel meer.

�Wil je nog iets te drinken?’ vroeg Lacey. �Thee? Bier?’

Ze wist al dat het antwoord nee zou zijn. Ivan was verlegen en wekte de indruk dat hij zichzelf als een last zag. Ze vroeg het toch altijd.

Hij grinnikte. �Nee, nee, het is goed, Lacey. Ik moet vanavond mijn bedrijfsadministratie doen. Geen rust voor de goddelozen, zoals ze zeggen.’

�Vertel mij wat,’ antwoordde ze. �Ik was vanmorgen om vijf uur in de winkel en was pas om acht uur vanavond weer thuis.’

Ivan fronste. �De winkel?’

�O,’ zei Lacey verrast. �Ik dacht dat ik het al aan je had verteld toen je de goten aan het schoonmaken was. Ik open een antiekwinkel in de stad. Ik huur het leegstaande perceel van Stephen en Martha, het pand dat eerst een huis- en tuinwinkel was.’

Ivan keek verbluft. �Ik dacht dat je hier alleen op vakantie was!’

�Dat was ik ook. Maar toen heb ik besloten om te blijven. Natuurlijk niet precies in dit huis. Ik zal iets anders gaan zoeken zodra je het weer nodig hebt.’

�Nee, ik vind het geweldig,’ zei Ivan, volkomen verheugd. �Als je hier gelukkig bent, dan ben ik blij dat je er bent. Je vind het toch niet vervelend als ik de boel om je heen opknap, hè?’

�Ik vind het juist leuk,’ antwoordde Lacey met een glimlach. �Anders voel ik me een beetje eenzaam.’

Dat was het moeilijkste deel geweest van New York verlaten. Niet de stad, het appartement of de bekende straten, maar de mensen die ze had achtergelaten.

�Ik zou waarschijnlijk een hond moeten nemen,’ voegde ze er lachend aan toe.

�Je hebt je buurvrouw nog niet ontmoet, neem ik aan?’ zei Ivan. �Prachtige dame. Excentriek. Ze heeft een hond, een collie om de schapen bijeen te drijven.’

�Ik heb de schapen wel ontmoet,’ vertelde Lacey hem. �Ze blijven de tuin in komen.’

�Ah,’ zei Ivan. �Er zal wel een opening in de afrastering zitten. Ik zal ernaar kijken. Maar goed, de buurvrouw is altijd in voor een kopje thee. Of een biertje.’ Hij knipoogde op een vaderlijke manier die haar aan haar eigen vader deed denken.

�Echt waar? Zou ze het niet erg vinden als er een of andere Amerikaanse aan haar deur komt?’

�Gina? Helemaal niet. Ze zal het geweldig vinden! Ga eens bij haar langs. Ik beloof je dat je er geen spijt van zult krijgen.’

Hij ging weg en Lacey deed precies wat hij had voorgesteld: ze ging op weg naar het huis van de buurvrouw. Hoewel �buurvrouw’ nogal een losse omschrijving was. De cottage was een wandelingetje van minstens vijf minuten over de kliffen.

Ze bereikte de cottage, een gelijkvloerse versie van die van haar, en klopte op de deur. Aan de andere kant hoorde ze onmiddellijk consternatie, van een hond die rondscharrelde en een vrouwenstem die zei dat hij moest kalmeren. Toen ging de deur enkele centimeters open. Een vrouw met lang krullend grijs haar en uitzonderlijk kinderlijke kenmerken voor een zestiger tuurde naar buiten. Ze droeg een zalmkleurig wollen vest over een bloemetjesrok die tot op de grond kwam. Er was een snuit van een zwart-witte bordercollie te zien die probeerde om zich langs haar heen te dringen.

�Boudicca,’ zei de vrouw tegen de hond. �Haal je snufferd weg.’

�Boudicca?’ vroeg Lacey. �Dat is een interessante naam voor een hond.’

�Ik heb haar naar de wraakzuchtige heidense krijgerskoningin vernoemd die op oorlogspad tegen de Romeinen ging en Londen tot de grond platbrandde. Nou, wat kan ik voor je doen, schat?’

Lacey kreeg meteen een warm gevoel bij de vrouw. �Ik ben Lacey. Ik woon hiernaast en dacht dat ik me maar eens moest komen voorstellen nu mijn verblijf min of meer permanent is geworden.’

�Hiernaast? Crag Cottage?’

�Dat klopt.’

De vrouw straalde. Ze gooide de deur wijd open en spreidde tegelijkertijd haar armen. �O!’ riep ze verrukt uit, en ze gaf Lacey een knuffel. Boudicca de hond werd gek, ze sprong op en blafte. �Ik ben Georgina Vickers. George voor mijn familie, Gina voor mijn vrienden.’

�En voor je buren?’ grapte Lacey toen ze eindelijk uit de verpletterende knuffel van de vrouw bevrijd was.

�Doe maar Gina.’ De vrouw greep haar hand en trok haar mee. �Nou, kom binnen! Kom binnen! Kom binnen! Ik zal de ketel opzetten.’

Lacey had geen andere keuze dan het huisje binnen te worden gesleept. En hoewel ze het toen niet besefte, zou �ik zal de ketel opzetten’ een zin worden die ze nog heel vaak zou horen.

�Niet te geloven hè, Boo?’ zei de vrouw, terwijl ze door de gang met laag plafond liep. �Eindelijk een buurvrouw!’

Lacey liep achter haar aan en ze kwamen uit in een keuken. Die was ongeveer half zo groot als die van haar, met een donkerrode tegelvloer en een groot keukeneiland in het midden dat het overgrote deel van de ruimte in beslag nam. Aan de kant met de gootsteen gaf een groot raam uitzicht op een grasveld vol bloemen, met daarachter de beukende golven van de zee.

�Doe je aan tuinieren?’ vroeg Lacey.

�Ja, dat is mijn lust en leven. Ik kweek allerlei bloemen en kruiden, tegen kwaaltjes. Net als een heks.’ Ze grinnikte om haar eigen grapje. �Wil je er een proberen?’ Ze gebaarde naar een rij amberkleurige glazen flessen die op een geïmproviseerde, gammele houten plank gepropt stonden. �Ik heb middeltjes tegen hoofdpijn, krampen, kiespijn, reuma…’

�Eh... Ik denk dat ik het maar bij thee hou,’ antwoordde Lacey.

�Dan wordt het thee!’ riep de excentrieke vrouw uit. Ze dribbelde naar de andere kant van de keuken en haalde twee mokken uit een kast. �Welke smaak? English Breakfast? Assam? Earl Grey? Lady Gray?’

Lacey wist niet dat er zoveel soorten waren. Ze vroeg zich af wat ze bij Tom op hun �date’ had gedronken. Dat was heerlijk geweest. Nu ze eraan dacht kwam de herinnering bij haar terug.

�Wat is de traditionele?’ antwoordde Lacey ten einde raad. �De thee die je bij scones zou drinken?’

�Dat zou English Breakfast zijn,’ zei Gina met een bevestigende knik. Ze koos een blik uit de kast, viste er twee zakjes uit en stopte ze in de twee mokken. Toen vulde ze de ketel en zette hem aan de kook, voordat ze zich weer naar Lacey wendde met sprankelende ogen vol oprechte nieuwsgierigheid.

�Vertel eens,’ zei Gina. �Wat vind je van Wilfordshire?’

�Ik ben hier eerder geweest,’ legde Lacey uit. �Ik ben hier als kind op vakantie geweest. Ik vond het toen geweldig en wilde weten of het een tweede keer net zo magisch zou aanvoelen.’

�En?’

Lacey dacht aan Tom. Aan de winkel. Aan Crag Cottage. Aan alle herinneringen aan haar vader, die twintig jaar onaangeraakt waren gebleven en nu als stof weer waren opgewaaid. Een glimlach krulde haar mondhoeken omhoog. �Absoluut.’

�En hoe ben je in Crag Cottage terechtgekomen?’ vroeg Gina.

Lacey stond op het punt het verhaal van haar toevallige ontmoeting met Ivan in The Coach House uit te leggen, maar de fluitketel begon luid te borrelen en haar stem werd overstemd. Gina hield een vinger omhoog op een manier van �hou die gedachte vast’ en liep toen naar de ketel. Boudicca draaide rondjes om haar benen terwijl ze bezig was.

Gina goot stomend water in de mokken. �Melk?’ vroeg ze, en ze keek met beslagen brillenglazen over haar schouder.

Lacey herinnerde zich dat Tom haar een kleine kannetje melk had gegeven. �Graag.’

�Suiker?’

�Als dat is hoe je het zou moeten drinken.’




Конец ознакомительного фрагмента.


Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию (https://www.litres.ru/pages/biblio_book/?art=51922874) на ЛитРес.

Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.



Если текст книги отсутствует, перейдите по ссылке

Возможные причины отсутствия книги:
1. Книга снята с продаж по просьбе правообладателя
2. Книга ещё не поступила в продажу и пока недоступна для чтения

Навигация